Adolescents’ violent victimization in the neighbourhood. Situational and contextual determinants.

Auteurs

Maimon, D. & Browning, C. (2012).  

 PDF-versie

Abstract

Recent onderzoek heeft aangetoond dat zowel situationele als structurele factoren van belang zijn om slachtofferschap van geweldsdelicten bij jongeren te voorspellen en te verklaren. Slechts zeer weinig aandacht is echter besteed aan de potentiële interacties tussen deze twee verschillende processen. In deze studie wordt daarom de invloed van interacties tussen ongestructureerde routines met peers, peergroep oriëntatie en sociale processen op buurtniveau op het slachtofferschap van geweldsdelicten bij jongeren nagegaan. Op basis van inzichten uit de routine activities en ‘collective efficacy’ theorieën, wordt de hypothese getoetst dat: ‘ongestructureerde routines met peers, de aanwezigheid van conventionele peers en de collectieve effectiviteit van de buurt interageren met elkaar in hun invloed op slachtofferschap van geweldsdelicten in de buurt, zodat het ongestructureerd rondhangen met conventionele peers minder leidt tot slachtofferschap in buurten met een sterke collectieve effectiviteit. In buurten met een lager collectieve effectiviteit daarentegen verhogen ongestructureerde routines de kans op slachtofferschap van geweldsdelicten in de buurt, onafhankelijk van het soort vrienden.’ Deze verwachtingen zijn getoetst op basis van de data van het ‘Project on Human Development in Chicago Neighborhoods’, een longitudinaal onderzoek waarin zowel op verschillende momenten data op individueel niveau als kenmerken van de buurt zijn verzameld. In deze studie wordt uiteindelijke gebruik gemaakt van een steekproef van 780 respondenten, woonachtig in 78 verschillende buurten in Chicago.

Uit de resultaten kunnen twee belangrijke conclusies worden getrokken. Een eerste is dat terwijl ongestructureerde routines met vrienden samenhangt met een hogere kans om het slachtoffer van een geweldsdelict te worden, is de collectieve effectiviteit van de woonbuurt negatief gerelateerd met deze kans op slachtofferschap; hoe hoger de collectieve effectiviteit van de buurt, hoe lager het slachtofferschap is bij jongeren. Een tweede belangrijke vaststelling is dat een significante driewegsinteractie tussen factoren gemeten op verschillende (individueel en buurt) niveaus suggereert dat ongestructureerde routines met conventionele (dus niet-delinquente) peers verband houdt met slachtofferschap, maar enkel wanneer dergelijke activiteiten plaatsvinden in buurten gekenmerkt door een lage collectieve effectiviteit.

Referentie

Maimon, D. & Browning, C. (2012). Adolescents’ violent victimization in the neighbourhood. Situational and contextual determinants. British Journal of Criminology, 52, 808-833.

Taal

Engels

 

Publicatievorm

Tijdschriftartikel

Trefwoorden

Slachtofferschap, etiologie, stedelijkheid, varia