Children’s worlds. Een internationale survey naar het welzijn van kinderen (COVID-19 supplement, 2021): Overzicht eerste resultaten

Auteurs

Dhoore, J., Hadermann, E., Siongers, J., Van Droogenbroeck, F., Van Kelecom, E., & Vlegels, J. (2021)

 PDF-versie

Abstract

In dit rapport bespreken we de eerste resultaten van het Vlaamse luik van de International Survey on Children’s Well-Being (ISCWeB) 2021. ISCWeB is een grootschalige internationale bevraging die het subjectief welbevinden van kinderen uit het vierde tot zesde leerjaar in kaart brengt. Bij dit onderzoek ligt de klemtoon op de manier waarop kinderen als sociale actoren zelf hun leefsituatie, omgeving en context ervaren. Het kinderrechtenperspectief staat centraal. Gesprekken met kinderen waren het vertrekpunt om de inhoud van de vragenlijst vorm te geven. Daardoor kwam de focus in dit onderzoeksproject te liggen op positieve indicatoren en onderwerpen die kinderen zelf belangrijk vinden. De thema’s die in dit onderzoek aan bod kwamen omvatten de relatie met vrienden en familie, het leven op school, thuis en in de buurt, de manier waarop kinderen hun vrijetijd doorbrengen, de materiële zaken waarover ze beschikken en hoe tevreden ze zijn met dit alles. De ISCWeB studies worden al afgenomen sinds 2010 en in het verleden nam Vlaanderen al deel aan de ISCWeB 2018 wave1.

In 2021 werd een speciale post-corona ISCWeB wave georganiseerd die specifiek ingaat op de impact van COVID-19 bij jonge kinderen. In Vlaanderen hebben we hiervoor 2449 kinderen bevraagd. We hebben daarvoor de 50 scholen gecontacteerd die ook deelnamen aan een eerdere wave van de ISCWeB survey, met name de ISCWeB 2018. Dit geeft ons een unieke kijk op hoe jonge kinderen in Vlaanderen de coronacrisis hebben ervaren, en hoe verschillende aspecten van hun welbevinden en hun leefwereld zijn geëvolueerd ten opzichte van 2018.

Onze resultaten tonen in eerste instantie hoe de coronacrisis een grote invloed had op het leven van jonge kinderen. Zo geeft een grote meerderheid aan dat ze iemand kennen die besmet werd met het coronavirus (83%). Bij de helft van de respondenten was dit zelfs iemand uit de familie, bij ongeveer een kwart was er een huisgenoot besmet (23%). De meerderheid van de kinderen kon bovendien lange tijd niet naar school gaan (81%) en 23% van de kinderen geeft aan dat het niet, of slechts een beetje, ging om van thuis te leren. Corona was, hoe kan het ook anders, duidelijk aanwezig in het leven van kinderen.

De kinderen geven wel aan dat ze relatief goed geïnformeerd worden over het coronavirus. De meerderheid is voor een groot stuk of helemaal akkoord dat ze over genoeg informatie over corona beschikken (63%). Ze rekenden daarbij vooral op het nieuws (78%) of Karrewiet (67%) om geïnformeerd te worden. Daarnaast verkregen ze ook vaak informatie via familieleden (60%), op school (57%), of via sociale media (45%). Dit kan mogelijk verklaren waarom slechts een kleine minderheid van de kinderen de coronacrisis maatregelen als heel streng ervaren (17%). Dit neemt echter niet weg dat ze zich vaak zorgen maken over een mogelijke coronabesmetting van vrienden of gezinsleden. Tijdens de coronacrisis voelen kinderen zich wel goed ondersteund door de mensen waarmee ze samenwonen (82% is voor een groot stuk of helemaal akkoord), maar ook door hun vrienden (59%) en in iets mindere mate door hun juffen en meesters (50%). 

De coronacrisis heeft onmiskenbaar een erg grote impact gehad op het algemene welbevinden van jonge kinderen. Ten opzichte van 2018 stellen we vast dat kinderen in 2021 over het algemeen minder tevreden zijn over hun leven en minder vertrouwen tonen in de toekomst. Ze voelen zich significant minder blij, hebben minder energie en zijn vaker verdrietig of verveeld. Ze voelen zich bovendien ook minder zelfzeker over hun gezondheid en hun uiterlijk, en we stellen vast dat ze zich vaker zorgen maken over hun materiële situatie en hun zelfstandigheid.

Dit beeld wordt bevestigd als we dieper ingaan op twee belangrijke deelaspecten van de leefwereld van jonge kinderen: zowel thuis als op school voelen kinderen zich in 2021 minder vaak gesteund en minder veilig dan in 2018. Bovendien ervaren ze significant vaker verbaal en fysiek geweld van broers en zussen, of van schoolgenoten.

Positief is wel de vaststelling dat jongeren zich vaker geholpen voelen door hun vrienden sinds de coronacrisis, en ook aangeven dat hun vrienden vaker lief tegen hen zijn. Deze positieve trend in het ervaren van vriendschapsrelaties hangt mogelijk samen met het gebruik van internet, en sociale media in het bijzonder. De meerderheid van de respondenten beschikt in 2021 over een persoonlijke smartphone (70%) en maakt regelmatig gebruik van sociale media (63%). Onze respondenten geven bovendien aan dat ze tijdens de coronacrisis vooral via internet contact onderhielden met hun vrienden. Slechts een kleine minderheid van de respondenten heeft nieuwe vrienden gemaakt tijdens de coronacrisis (14%), maar de bestaande vriendschappen zijn over het algemeen dus wel als positief en belangrijk ervaren.

Ook de vrijetijdsbesteding van jonge kinderen is sterk geëvolueerd. Sinds de coronacrisis spenderen kinderen meer tijd aan zorgtaken en huishoudelijk hulp, spelen ze vaker buiten en spenderen ze meer tijd aan online games. Buitenschoolse activiteiten, zoals muziekschool en tekenschool, zijn dan weer duidelijk afgenomen, met uitzondering van sportieve activiteiten. Over het algemeen geven kinderen aan minder tevreden te zijn over hun vrijetijdsbesteding in 2021 dan in 2018.

Het is duidelijk dat de corona-pandemie jonge kinderen diep geraakt heeft. Als we nagaan welke COVID-19-maatregelen een invloed hebben gehad op jonge kinderen kan dit ook niet verbazen. Sinds maart 2020 zijn kinderen geconfronteerd met schoolsluitingen, beperkingen in vrijetijdsactiviteiten (bv. sluiting van musea, pretparken, sportclubs, kunstacademies) en kinderopvang, verbod op reizen en kampen, en beperkingen van groepsbijeenkomsten. Die maatregelen hebben een rechtstreekse invloed op de belangrijkste aspecten van het dagdagelijkse leven van jongere kinderen, met name hun thuissituatie, hun schoolsituatie, hun vrijetijdsbesteding en hun vriendschappen. Dat zien we duidelijk weerspiegeld in de gepresenteerde cijfers.

Het lijkt ons daarom belangrijk de situatie goed te monitoren en bij beleidsmaatregelen steeds specifieke aandacht te hebben voor onze jonge, zich nog sterk ontwikkelende kinderen. Een bijzondere aandacht voor kinderen in een kwetsbare thuissituatie lijkt daarbij aangewezen. Zo geeft 14% van de kinderen aan tijdens de lockdown niet elke dag voldoende te eten te hebben, gaf 23% toe dat het thuis niet of slechts een beetje lukte om te studeren, vindt 18% dat hun mening thuis niet serieus wordt genomen en onderhield 6% van de 10 tot 12-jarigen geen enkel contact met vrienden tijdens de lockdown. 15% ging expliciet niet akkoord dat tijdens de coronacrisis de band met leden van het gezin sterker werd, en 6 tussen de 5 en 10% voelde zich tijdens corona niet gesteund door vrienden, juffen en meesters en de mensen waarmee ze samenwonen. In vele opzichten was de coronacrisis een grote verduidelijker. Zij maakte groepen zichtbaar die vaak buiten de schijnwerpers blijven. Als we als samenleving de ambitie hebben voor alle kinderen een goed leven te bewerkstelligen, moeten we deze problematieken blijvend belichten.

Referentie

Dhoore, J., Hadermann, E., Siongers, J., Van Droogenbroeck, F., Van Kelecom, E., & Vlegels, J. (2021). Children’s worlds. Een internationale survey naar het welzijn van kinderen (COVID-19 supplement, 2021): Overzicht eerste resultaten.

Taal

Nederlands

 

Publicatievorm

Onderzoeksrapport