Digitaal Jeugdwerk in Vlaanderen.
Auteurs
Vermeire, L., Van den Broeck, W., & Mariën, I. (2022)

Abstract
Zowel beleidsmakers als jeugdwerkorganisaties zien steeds meer het belang in van digitaal jeugdwerk binnen een sterk digitaliserende maatschappij. Ook de Europese Unie zette in 2017 richtlijnen voor slim jeugdwerk op de agenda (Council of the European Union, 2017). De Europese lidstaten werden daaropvolgend gevraagd om digitaal jeugdwerk mee op te nemen in het jeugdwerkbeleid, jeugdwerkers aan te moedigen in te zetten op digitaal jeugdwerk en in te zetten op digitale capaciteitsopbouw (Council of the European Union, 2019). In dit kader wil het Departement Cultuur, Jeugd en Media van de Vlaamse Overheid in kaart brengen wat de huidige context is met betrekking tot digitaal jeugdwerk bij Vlaamse jeugdwerkorganisaties, om op basis hiervan beleidskeuzes met betrekking tot jeugdwerk te onderbouwen.
In dit onderzoek wordt ingegaan op deze vraag door praktijken van digitaal jeugdwerk uitgebreid in kaart te brengen in twee luiken: (1) QuickScan: inventarisatie en analyse van praktijken van digitaal jeugdwerk. (2) Case-studies: cross-case analyse van praktijken van digitaal jeugdwerk. In deel 1 worden de verschillende initiatieven op een gestructureerde manier geïnventariseerd volgens aard, doelstelling, doelgroep en aanpak en weergegeven in een overzichtelijke analysematrix. Het rapport gaat dieper in op de bevindingen weergegeven in de matrix. Het bekijkt de opvallende resultaten en licht bepaalde praktijken uit. Deel 2 gaat dieper in op twaalf geselecteerde goede praktijken die in overleg met de stuur- en klankbordgroep geselecteerd werden en bekijkt thema’s die tijdens de QuickScan-analyse naar voor kwamen, zoals duurzaamheid, capaciteitsopbouw, interne en externe ondersteuning, etc. Eveneens werden Europese praktijken beknopt gescand om tot een lijst goede, opschaalbare praktijken te komen. Deze goede praktijken werden gebaseerd op (1) het Europees Erasmus+ project met zeven partners uit zes verschillende landen onder de noemer ‘Digital Youth Work’ (2019), (2) ‘Developing digital youth work’ van de expertgroep samengesteld door de European Commission (2018) en (3) communicatie met het netwerk van de betrokken partijen.
Er kan gesteld worden dat er zowel vanuit het Departement Jeugd, Cultuur en Media, als vanuit de jeugdorganisaties vraag is naar een duidelijk beleidskader met richtlijnen en regelgeving over de invulling van digitaal jeugdwerk. Digitaal jeugdwerk biedt heel wat opportuniteiten, zoals het overbruggen van afstand, of jongeren de juiste handvatten bieden om hun mannetje te staan in de virtuele wereld, maar er moet eveneens aandacht zijn voor de barrières. Het is onder andere van groot belang dat er steeds aandacht is voor de digitale inclusie. E-inclusie is belangrijk bij zowel online als fysieke digitale activiteiten, maar voor het deelnemen aan online activiteiten staan jongeren er dikwijls ‘alleen’ voor. Bijgevolg is het zeer belangrijk dat de sector hier rekening mee houdt en niet uitgaat van reeds voldoende kennis, vaardigheden en attitudes bij hun doelgroep. Er moeten voldoende alternatieven worden aangeboden voor kinderen/ jongeren en/of de 6 organisatie zou idealiter het nodige materiaal ter beschikking kunnen stellen aan jongeren die hier geen toegang toe hebben. Online was tijdens de coronacrisis bij uitstek het verkozen werkinstrument, maar uiteraard kunnen organisaties ook kiezen voor fysiek of blended jeugdwerk. Uiteraard houdt niet elke digitale jeugdwerkactiviteit in dat er gewerkt wordt met een resem aan hard- en/of software, maar het is van groot belang dat organisaties toegang hebben tot een digitaal jeugdwerknetwerk voor inspiratie en expertise, opdat zij een breder beeld krijgen van wat deze term inhoudt en hoe jeugdwerk er wel/niet uit mag zien. Jeugdwerkorganisaties beklemtonen dat het één verhaal is: Infrastructuur én vaardigheden. Er moet daarom een sterk netwerk opgezet worden waarbij jeugdwerkers terechtkunnen voor het organiseren en begeleiden van digitale jeugdwerkactiviteiten. Daarnaast komen kwalitatieve en duurzame partnerschappen tegemoet aan de eigen tekortkomingen en expertises. Aan de hand van dit netwerk, kunnen jeugdwerkers tevens werken aan hun digitale competenties. Jeugdwerkers raden af om louter subsidies te voorzien voor infrastructuur, zoals laptops of 3D-printers, maar zien ruimte voor kadervorming voor beginnende jeugdwerkers en laagdrempelige, externe vormingsmogelijkheden en intervisiemomenten, zoals de Mediacoachopleiding van Mediawijs. Op dit moment focussen de digitale competenties zich immers bij het gros van de organisaties op het kunnen gebruiken van bepaalde platformen en/of tools en ligt de focus niet op competentieoverdracht aan kinderen en jongeren, terwijl zij nood hebben aan goede digitale en mediawijze competenties. Het ondersteunen van deze competenties gebeurt succesvol bij praktijken met een actieve betrokkenheid van de doelgroep, waarbij zij op een speelse en laagdrempelige manier aan de slag gaan met digitale media/ technologie voor en door elkaar. Nochtans heeft de coronacrisis de sector een duwtje in de rug gegeven. Weinig organisaties zetten de afgelopen twee jaar niet in op digitaal jeugdwerk. Het is daarom belangrijk dat de sector de nodige ondersteuning krijgt om deze vorm van jeugdwerk verder uit te bouwen, want er ligt reeds een kwalitatieve basis. Reeds heel wat organisaties zagen het belang in van digitale media/ technologie binnen jeugdwerk, nog voor COVID19 op het toneel verscheen. Hiertussen zit een waaier aan goede praktijken die de rest van de sector kunnen motiveren, inspireren en op de jeugd en jeugdwerkers’ capaciteiten kunnen inzetten.
Referentie
Vermeire, L., Van den Broeck, W., & Mariën, I. (2022). Digitaal Jeugdwerk in Vlaanderen. Onderzoek in opdracht van Vlaamse Overheid, Departement Cultuur, Jeugd en Media.
Taal
Nederlands
Publicatievorm
Onderzoekrapport