Coenen, E., Pleysier, S., & Put, J. (2021).
Auteurs
Coenen, E., Pleysier, S., & Put, J. (2021).

Abstract
Both self-control and executive dysfunctions have gained theoretical and empirical support in their
relation to juvenile delinquency. However, the precise nature of executive dysfunctions is unclear, and
recent models suggest a new conceptualization of self-control, in which executive functions play a
supporting role. This research attempts to clarify the role of executive dysfunctions in juvenile
delinquency and explicitly integrate executive functioning with self-control in predicting juvenile
offending. About 34 boys in the juvenile justice system and 36 age- and education-matched control
boys participated in this research. Computerized tasks were used to measure executive functions. Selfcontrol and background variables were measured through a survey. No significant differences emerged
from group comparisons. A logistic regression model revealed cool executive functioning to be a
significant predictor of group. Hot executive functions or self-control were not predictive. Finally,
executive functions were not significantly related to self-control scores. These results indicate a
potential role of cool executive functioning in the explanation of juvenile delinquency, independent of
self-control.
Zowel zelfcontrole als executieve stoornissen worden theoretisch en empirisch gerelateerd aan
jeugddelinquentie. Desondanks is de precieze aard van executieve stoornissen onduidelijk en
suggereren recente modellen een nieuwe conceptualisering van zelfcontrole, waarbij executieve
functies een beschermende rol zou spelen. Dit onderzoek tracht duidelijkheid te scheppen over de rol
van executieve stoornissen in jeugddelinquentie en integreert zelfbeheersing expliciet bij het
voorspellen van jeugddelicten. 34 jongens in het jeugddelinquentiesysteem en een controlegroep van
36 jongens met overeenstemmende leeftijd en opleiding, namen deel aan het onderzoek. Er worden
geautomatiseerde taken gebruikt om de executieve functies te meten. Zelfcontrole en
achtergrondvariabelen werden gemeten door middel van een survey. Er worden geen significante
verschillen gevonden tussen de groepen. Een logistische regressie toont aan dat koud executief
functioneren een significante voorspeller is. Warm executief functioneren of zelfcontrole waren geen
voorspellende factoren. Tenslotte correleerden executieve functies niet significant met zelfcontrole.
Deze resultaten suggereren een potentiƫle rol van koud executief functioneren in het verklaren van
jeugddelinquentie, onafhankelijk van zelfcontrole.
Referentie
Coenen, E., Pleysier, S., & Put, J. (2021). Executive functions, self-control and
juvenile delinquency. Psychology, Crime & Law, 1-20.
Taal
Engels
Publicatievorm
Tijdschriftartikel
ISBN – DOI
Trefwoord(en)
Executieve functies; zelfcontrole; delinquentie; neuropsychologische gebreken;
adolescentie