Teacher Involvement Prevents Increases in Children’s Depressive Symptoms: Bidirectional Associations in Elementary School.

Abstract

There is accumulating evidence that social relationships can buffer the development of depression in childhood and adolescence. However, few studies have focused on teacher-child relationships in the elementary school years. In addition, research that has examined bidirectional relations between teacher involvement and depressive symptoms is virtually absent in this age period. The participants in this study were 570 children and 30 teachers from 15 elementary schools. Data on children’s depressive symptoms (peer- and teacher-reports) and teacher involvement (teacher-reports) were collected in the fall and spring of Grade 2 and Grade 3 (four waves). As expected, negative cross-time effects of teacher involvement on depressive symptoms were found within grade 2 and 3. In addition, a negative cross-time effect of depressive symptoms on teacher involvement was found in grade 3 only. The results thus indicate the protective role of teacher involvement in the development of depressive symptoms but also suggest that teachers may become less involved over time when they perceive a child as more depressed.

Er is steeds meer bewijs dat sociale relaties de ontwikkeling van depressie in de kindertijd en adolescentie kunnen bufferen. Er zijn echter maar weinig studies die zich richten op de leraarkindrelaties in de basisschooljaren. Bovendien is er in deze leeftijdsperiode vrijwel geen onderzoek gedaan naar bidirectionele relaties tussen betrokkenheid van leerkrachten en depressieve symptomen. De deelnemers aan dit onderzoek waren 570 kinderen en 30 leerkrachten van 15 basisscholen. Gegevens over depressieve symptomen bij kinderen (rapporten van leeftijdsgenoten en docenten) en betrokkenheid van docenten (rapporten van docenten) werden verzameld in de herfst en lente van de tweede en de derde graad (vier golven). Zoals verwacht werden negatieve, tijdsoverstijgende effecten van lerarenbetrokkenheid op depressieve symptomen gevonden binnen de tweede en de derde graag. Daarnaast werd een negatief, tijdsoverstijgend effect van depressieve symptomen op leraarbetrokkenheid alleen in de derde graad gevonden. De resultaten geven dus de beschermende rol aan van de betrokkenheid van leraren bij de ontwikkeling van depressieve symptomen, maar suggereren ook dat leraren in de loop van de tijd minder betrokken kunnen raken wanneer ze een kind als meer depressief ervaren.