Gratitude: A Resilience Factor for More Securely Attached Children.

Abstract

Research on the association between childhood attachment and depressive symptoms has primarily focused on the role of risk factors. This resulted in a lack of research on the role of potential resilience factors. In the current study, we suggest that middle childhood secure attachment is linked to adolescents’ trait gratitude, which is linked to the enhanced resilience against the development of depressive symptoms in adolescence. In a longitudinal study, we measured 157 children’s (9–12 years old, 48% boys) attachment appraisals (anxiety, avoidance, and trust), attachment representations (secure base script knowledge, and coherence) and depressive symptoms at baseline, and gratitude and depressive symptoms at follow-up two years later. Results supported our hypotheses that middle childhood attachment was robustly linked with adolescent trait gratitude. Moreover, trait gratitude indirectly linked middle childhood attachment avoidance, trust, and secure base script knowledge to change in depressive symptoms over time. These findings may help explain why more securely attached children are less likely to develop depressive symptoms.

Onderzoek naar het verband tussen hechting in de kindertijd en depressieve symptomen heeft zich tot nu toe voornamelijk gericht op de rol van risicofactoren. Dit resulteerde in een gebrek aan onderzoek naar de rol van potentiële beschermingsfactoren. In de huidige studie suggereren we dat veilige hechting in de midden-kindertijd verband houdt met de eigenschap van dankbaarheid in de adolescentie, wat verband houdt met de verhoogde veerkracht tegen de ontwikkeling van depressieve symptomen in de adolescentie. In een longitudinaal onderzoek hebben we bij 157 kinderen (9-12 jaar oud, 48% jongens) hechtingsbeoordelingen (angst, vermijding en vertrouwen), hechtingspresentaties (veilige basisscriptkennis en coherentie) en depressieve symptomen bij baseline gemeten en dankbaarheid en depressieve symptomen bij follow-up twee jaar later. De resultaten ondersteunden onze hypothese dat hechting in de kindertijd sterk verband hield met dankbaarheid in de adolescentie. Bovendien was dankbaarheid indirect gelinkt aan vermijdende hechting in de kinderjaren, vertrouwen en veilige basiskennis om de depressieve symptomen in de loop van de tijd te veranderen. Deze bevindingen kunnen helpen verklaren waarom meer veilig gehechte kinderen minder snel depressieve symptomen ontwikkelen.