Inhibited Symptoms of Reactive Attachment Disorder: Links with Working Models of Significant Others and the Self.

Abstract

To better understand Reactive Attachment Disorder (RAD), the current study tested whether emotionally and behaviorally disordered children with versus without RAD differ with regard to the quality of their interpersonal behavior during interactions with teachers and with regard to their representations of self and others. Therefore, 77 children were screened for RAD symptoms and 22 likely cases of inhibited RAD were identified. To measure quality of the interactions with teachers, we observed children’s trust and positive affect in dyadic interactions with teachers. For the representations of others, we measured self-reported trust in parents and teachers. For the representations of the self, two self-esteem assessments were individually administered. Results showed that, compared to children with other emotional and behavior disorders, RAD children’s behavior reflected less trust in their teachers. At the level of representations, children reported less trust in teacher care. Instead, no links were found with self-report measures focusing on representations of parents and of self. These findings will be discussed in light of the ongoing discussion about whether or not attachment disorder and insecure attachment are associated concepts.

Om de reactieve hechtingsstoornis (Reactive Attachment Disorder, RAD) beter te begrijpen, testte de huidige studie of emotioneel en gedragsgestoorde kinderen met tegenover zonder RAD verschillen met betrekking tot de kwaliteit van hun interpersoonlijk gedrag tijdens interacties met leraren en met betrekking tot hun representaties van zichzelf en anderen. Daarom werden 77 kinderen gescreend op RAD-symptomen en werden 22 waarschijnlijke gevallen van geremde RAD geïdentificeerd. Om de kwaliteit van de interacties met leraren te meten, observeerden we het vertrouwen en het positieve affect van kinderen in dyadische interacties met leraren. Voor de representaties van anderen werd het zelfgerapporteerde vertrouwen in ouders en leerkrachten gemeten. Voor de representaties van het zelf werden twee zelfwaardebeoordelingen individueel afgenomen. De resultaten toonden aan dat, in vergelijking met kinderen met andere emotionele en gedragsstoornissen, het gedrag van RADkinderen minder vertrouwen in hun leraren weerspiegelt. Op het niveau van representaties rapporteerden kinderen minder vertrouwen in de zorg van de leerkracht. In plaats daarvan werden geen verbanden gevonden met zelfrapportagematen gericht op representaties van ouders en van zichzelf. Deze bevindingen zullen worden besproken in het licht van de voortdurende discussie over de vraag of hechtingsstoornis en onveilige hechting al dan niet geassocieerde concepten zijn.