Experimenteren wordt sowieso gedaan: jongeren uit de residentiële bijzondere jeugdbijstand over preventie en hulp bij alcohol- en druggebruik.

Auteurs

Soyez, V., Martens, M., & Vander Laenen, F. (2014).

 PDF-versie

Abstract

Onderzoek naar druggebruik bij adolescenten gebeurt vaak in klassieke schoolcontexten, waardoor een belangrijke groep ‘kwetsbare’ jongeren niet of onvoldoende vertegenwoordigd is. In deze paper bespreken we een narratief onderzoek bij 40 jongeren die begeleid worden in de residentiële bijzondere jeugdbijstand. Drugs en druggebruik nemen een niet onbelangrijke plaats in in het leven van deze jongeren: alle jongeren hebben ervaringen met middelen, hetzij door deze zelf te gebruiken (N=18), hetzij door gebruik in hun eigen familiale context (N=25), hetzij via vrienden (N=26). Ze hebben dan ook een uitgesproken mening over wat kan en niet kan, en wat zij als ‘helpend’ en ‘niet helpend’ beschouwen. Als rode draad doorheen de interviews komen de dialoog en het bespreekbaar maken van drugs en druggebruik in de voorzieningen sterk naar voor. Verschillende jongeren benadrukken het al te sterke accent op controle rond het gebruik van middelen, en pleiten daarentegen voor een evenwicht tussen dialoog en controle. Door deze complexe verhalen als dominante eenheidsverhalen te lezen (c.q. elk gebruik wordt gereduceerd tot potentieel gevaar op verslaving), ontstaat het gevaar dat jongeren zich opnieuw misbegrepen voelen: de rijkdom van hun eigen ervaringen aangaande gebruik van middelen en de aanpak hiervan in de jeugdzorg worden immers niet mee in rekening gebracht.

Research on substance use in adolescents is often performed in classic school con-texts. As a result, a large group of ‘vulnerable’ youngsters is un- or underrepresented in these studies. In the current paper we describe a narrative study with 40 adolescents from residential youth care. Substances and substance use are omnipresent in these youngster’s lifes: all of them have experiences with substances, because they have been using them themselves (N=18), or because they have witnessed substance use in their family (N=25) or peer context (N=26). As a result, adolescents have a firm opinion about what is right and what isn’t, or about what they consider as ‘helpful’ or not. A common thread throughout the interviews is the need for dialogue and for openness to discuss substance (use) in institutions. Several youngsters stress that ‘control’ receives too much of attention, and plea for an equilibrium between dialogue and control. By reading these complex narratives as dominant stories (c.q. each use of drugs is reduced to a potential risk to become addicted), there is a risk that these adolescents feel themselves misunderstood once more: as the richness of their experiences with substance us and ways to deal with it in youth care is not taken into account.

Referentie

Soyez, V., Martens, M., & Vander Laenen, F. (2014). Experimenteren wordt sowieso gedaan: jongeren uit de residentiële bijzondere jeugdbijstand over preventie en hulp bij alcohol- en druggebruik. Tijdschrift voor Jeugd en Kindderrechten, 15(1), pp. 22-40.

Taal

Nederlands

 

Publicatievorm

Tijdschriftartikel

Trefwoord(en)

Alcohol- en druggebruik / Bijzondere jeugdbijstand / Narratief onderzoek