Elchardus, M., Roggemans, L., & Siongers, J.

Auteurs

Elchardus, M., Roggemans, L., & Siongers, J. (2011).

 PDF-versie

Abstract

Doelstelling: Het betreft een overzichtsartikel van de bevindingen van de JOP-monitor Brussel (2011). De auteurs zoomen daarbij vooral in op de sociaal-culturele en sociaaleconomische situatie van de leerlingen in het Vlaams secundair onderwijs in Brussel. Concreet worden twee thema’s bestudeerd: multiculturalisme en sociale achterstelling.

Resultaten: – Multiculturalisme: 72,3% van de respondenten uit de sample beschikt over de Belgische nationaliteit. 48% beschikt exclusief over de Belgische nationaliteit, tegenover 24,7% met de dubbele nationaliteit. Jongeren met de dubbele nationaliteit hebben naast de Belgische vooral de Marokkaanse nationaliteit (37%). Binnen de groep jongeren die niet over de Belgische nationaliteit beschikken, komt het vaakst de Marokkaanse en de Turkse nationaliteit voor (45%). De auteurs bespreken daarnaast de etniciteit van de ouders. 37% van de jongeren geeft aan dat hun ouders beschikken over de Belgische nationaliteit. De grootste groep ouders met een vreemde nationaliteit is de Marokkaanse 527%) en de Turkse (9%). Er wordt ook gekeken naar de thuistaal. 15% van de respondenten spreekt thuis Nederlands, 32% spreekt thuis Frans. De overige groep spreekt dus tenminste een vreemde taal thuis. De auteurs gebruiken deze drie criteria (nationaliteit, nationaliteit van de ouders en thuistaal) om een globaal beeld te krijgen van de proportie allochtonen in het Vlaams secundair onderwijs in Brussel. Een allochtoon wordt gedefinieerd als een jongere die niet beschikt over de Belgische nationaliteit, waarvan minstens een ouder beschikt over een vreemde nationaliteit en waar men thuis niet Nederlands of Frans spreekt. Op basis van deze definitie concluderen de auteurs dat ongeveer 72% van de ondervraagde jongeren in het www.jeugdonderzoeksplatform.be 2 Vlaams secundair onderwijs in Brussel gezien kan worden als allochtoon. Tot slot bespreken de auteurs de religieuze overtuiging van de respondenten. Moslims vormen de grootste groep (46%), waarvan 24% aangeeft sterk gelovig te zijn. Christenen vormen de tweede grootste groep (25%), waarvan 5% aangeeft sterk gelovig te zijn. – Sociale achterstelling: Sociale achterstelling wordt afgebakend op basis van het onderwijsniveau van de ouders en de professionele status. Met betrekking tot het onderwijsniveau van de ouders beschikt 18% van de vaders en 19% van de moeders niet over een diploma secundair onderwijs. Daarnaast beschikt 38% van de vaders en 40% van de moeders ten hoogste over het diploma secundair onderwijs. Met betrekking tot het professionele statuut, geeft 10% van de respondenten aan dat beide ouders werkloos zijn tegenover 26% waarvan enkel de vader werkzaam is en 8% waarvan enkel de moeder werkzaam is.

Conclusie: De auteurs maken zich zorgen over het sociaal-cultureel en sociaal economisch profiel van de leerlingen uit het Vlaams secundair onderwijs in Brussel. De auteurs zien twee verklaringen voor deze situatie. Aan de ene kant heeft Brussel te kampen met een hoge mate van emigratie van hoog geschoolde dubbelverdieners. Aan de andere kant wordt Brussel geconfronteerd met een hoge mate van immigratie van laaggeschoolde buitenlanders. De auteurs waarschuwen tot slot dat de institutionele verdeeldheid en het gebrek aan structurele samenhang van het onderwijssysteem in Brussel dreigen de positieve invloed van het onderwijs op sociale mobiliteit te kort te schieten.

Referentie

Elchardus, M., Roggemans, L., & Siongers, J. (2011). De Brusselse jeugd onderzocht. In N. Vettenburg, M. Elchardus, & J. Put (Eds.), Jong in Brussel. Bevindingen uit de JOP-monitor Brussel (pp. 35–68). Leuven: Acco.

Taal

Nederlands

 

Publicatievorm

Artikel in een wetenschappelijk boek

ISBN – ISSN

ISBN 978-90-334-8414-8

Trefwoorden

Diversiteit; Algemene cijfers