Houding ten opzichte van moslims en joden in Antwerpen en Gent

Abstract

Deze bijdrage tracht de anti-moslimhoudingen en het antisemitisme van jongeren in Antwerpen en Gent in kaart te brengen. Daarvoor vertrekt de auteur van een beschrijvende analyse om de prevalentie aan te tonen, waarna een overzicht van de verschillende theoretische verklaringen voor etnisch vooroordeel wordt gegeven. De verklaringen maken een onderscheid tussen enerzijds de condities waaronder mensen leven en anderzijds de opvattingen en boodschappen waarmee mensen worden geconfronteerd en de manier waarop ze deze selecteren en interpreteren. Dit vormt de theoretische basis voor de onafhankelijke variabelen die in rekening worden genomen voor de multilevelanalyses waarbij individuele en schoolkenmerken van elkaar onderscheiden worden. Voor de analyses wordt gebruik gemaakt van de JOP-monitor Antwerpen-Gent (2012) en worden moslims van niet-moslims onderscheiden. De verklarende analyses tonen dat anti-moslimhoudingen bij nietmoslims jongeren weinig te maken hebben met hun levensomstandigheden, maar vooral beïnvloed zijn door communicatieprocessen en de opvattingen die op die manier verspreid worden. Tegen de verwachtingen in tonen de resultaten dat traditioneel conservatisme anti-moslimhoudingen in de hand werken. Wat antisemitisme betreft heeft de mate van traditioneel conservatisme voor nietmoslims eveneens een heel groot effect. Ook het hebben van laaggeschoolde ouders, onderwijs volgen in BSO of TSO en het in Antwerpen wonen (vermoedelijk de zichtbare aanwezigheid van joden in tegenstelling tot Gent) versterken het antisemitisme van de niet-moslim jongeren. Opvallend bij het antisemitisme van Vlaamse moslimjongeren is dat het behalve door het traditioneel conservatisme, door geen van de andere factoren waarmee rekening wordt gehouden, wordt beïnvloed. De afwezigheid van de andere effecten wijzen er volgens de auteur op dat de islam een sociaal milieu afbakent waarin de communicatieprocessen sterk bijdragen tot antisemitisme.