Voting at 16: Turnout and the quality of the vote choice.

Abstract

WAT

Een van de belangrijkste argumenteren om de stemgerechtigde leeftijd te verlagen is dat jongeren over onvoldoende politieke interesses en competenties beschikken om op legitieme wijze hun stem uit te brengen. Auteurs die deze stelling poneren gaan ervan uit dat het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd ten koste zal gaan van de kwaliteit van de democratie. Vanuit die discussie vergelijken de auteurs de politieke interesses en competenties van jongeren die reeds op 16-jarige leeftijd hebben gestemd met oudere leeftijdsgroepen.

Methode

De auteurs maken gebruik van surveygegevens verzameld in Juni – Mei 2009 net voor de verkiezingen voor het Europese Parlement in Oostenrijk (N=805). In Oostenrijk is de stemgerechtigde leeftijd vastgelegd op 16 jaar. De auteurs maken gebruik van een OLSregressie met de stemkeuze als afhankelijke variabele. Daarbij hebben ze specifieke aandacht voor het al dan niet gestemd hebben en politieke interesse tussen jongeren en jongvolwassenen van 16 tot 31 jaar.

Resultaten

De resultaten worden via 3 stappen geformuleerd.

• Een eerste stap bestaat uit een beschrijvende analyse van de politieke competenties en interesses van jongeren en jongvolwassenen van 18 tot 31 jaar. Concreet worden verschillen op drie concepten onderzocht: politieke interesse, politieke kennis en alternatieve politieke participatie:

o De politieke interesse van jongeren onder 18 jaar is niet lager dan deze van de oudere leeftijdsgroepen.

o De politieke kennis van jongeren onder 18 jaar is lager dan deze van de oudere leeftijdsgroepen. Echter, enkel het verschil met de 22 tot 25 jarigen is significant.

o De alternatieve politieke participatie van jongeren onder 18 jaar is niet lager dan deze van de oudere leeftijdsgroepen.

• In een tweede stap wordt de mate onderzocht waarin de motivatie om te gaan stemmen eventueel de lagere opkomst van jongeren onder de 18 jaar kan verklaren.

o De opkomst van jongeren onder de 18 jaar is lager vergeleken met oudere leeftijdsgroepen

o Dit verband kan niet verklaard worden door een lagere mate van politieke kennis, politieke interesse, politiek onbehagen of maatschappelijke vervreemding.

• In een derde stap wordt de mate onderzocht waarin de kwaliteit van de stem van jongeren onder 18 eventueel lager ligt dan oudere leeftijdsgroepen. De kwaliteit van de stem verwijst naar de competentie om te stemmen voor de partij die het dichtste aansluit bij de politieke voorkeur.

o De kwaliteit van de stem van jongeren onder 18 jaar is niet verschillend van de kwaliteit van de stem van oudere leeftijdsgroepen.

De auteurs concluderen dat er op basis van hun bevindingen geen argumenten zijn om de stemgerechtigde leeftijd op 16 jaar in Oostenrijk terug te verleggen naar 18 jaar. De opkomst van jongeren onder 18 is lager dan de oudere leeftijdsgroepen, maar dit verband kan niet verklaard worden door een lagere politieke kennis of competentie. Bovendien stellen de auteurs vast dat de kwaliteit van de stem van jongeren onder 18 overeenstemt met oudere leeftijdsgroepen.