Gender, social bonds, and delinquency: a comparison of boys’ and girls’ models.

Abstract

WAT
Dit artikel onderzoekt de mate van genderspecificiteit in sociale bindingen ter verklaring van antisociaal gedrag bij jongeren. Twee vragen worden beantwoord: (a) in welke mate worden er genderverschillen vastgesteld in de sociale bindingen? (b) in welke mate modereren sociale bindingen het effect van gender op antisociaal gedrag?

METHODE
De auteurs maken gebruik van structural equation modeling om de effecten tussen jongens en meisjes te vergelijken ten aanzien van sociale bindingen en de relatie met antisociaal gedrag. Daarvoor maken ze gebruik van zelfgerapporteerde data verzameld bij studenten uit graad 9 tot 11 (14 tot 17 jaar) in een middelbare school uit de Verenigde Staten (1997). Concreet worden 6 indicatoren van sociale bindingen opgenomen in de analyses: de gehechtheid met de ouders, de gehechtheid met peers, engagement tot de school, de betrokkenheid bij conventionele activiteiten en het geloof in de conventionele normen en regels. Twee types van antisociaal gedrag worden onderzocht: diefstal en gewelddadig gedrag.

RESULTATEN
De auteurs stellen geen algemene genderspecifieke verbanden vast. Ten eerste, stellen de auteurs geen verschil vast tussen jongens en meisjes in de sociale bindingen. Ten tweede, stellen de auteurs maar een beperkt genderverschil vast in het verband tussen de sociale bindingen en antisociaal gedrag. Zo blijkt uit de analyses dat een gebrek aan gehechtheid met peers enkel voor de jongens verband houdt met gewelddadig gedrag. Voor het overige worden geen genderverschillen vastgesteld. De auteurs concluderen op basis van hun resultaten dat het effect van sociale bindingen op diefstal niet genderspecifiek verloopt. Met betrekking tot gewelddadig gedrag wordt een licht modererend gendereffect gevonden. De auteurs wijzen op het belang van vervolgonderzoek om genderspecifieke sociale bindingen bij andere, specifieke vormen van antisociaal gedrag te onderzoeken.