Child abuse and neglect in Brussels during the COVID-19-lockdown.

Auteurs

Verheyden, C., Van Dooren, E., Van Holen, F., Stroobants, T., & Vanderfaeillie, J. (2022)

 PDF-versie

Abstract

Achtergrond: Het is waarschijnlijk dat de omstandigheden tijdens de COVID-19-lockdown in België de incidentie en prevalentie van kindermisbruik en -verwaarlozing (Child abuse and neglect; CAN) hebben verhoogd als gevolg van verergerde risicofactoren en nieuwe COVID-19-gerelateerde stressoren. Traditionele melders hadden echter minder contact met kinderen, wat zou kunnen leiden tot nietontdekte gevallen van CAN.
Doelstelling: Inzicht verwerven in het aantal en het profiel van CAN-meldingen bij het Brussels Confidential Center of Child Abuse and Neglect (CCCAN) tijdens de COVID-19-lockdown.
Deelnemers en setting: Een dataset van 536 CAN-meldingen uit periodes vóór (N = 442) en tijdens de lockdown (N = 94).
Methoden: Kenmerken over de melding, melder, slachtoffer en zijn/haar familie, dader(s) en het traject met het CCCAN werden geregistreerd. Het aantal en de kenmerken van de meldingen tijdens de lockdown werden vergeleken met die van de meldingen vóór de lockdown.
Resultaten: Het aantal adviesvragen (p = .506, d = .377) en beschuldigingen (p = .095, d = 1.206) bleef gelijk. Tijdens de lockdown was de risico-inschatting van adviesvragen hoger (p = .011, d = .280), evolueerden ze meer naar sociale urgentieonderzoeken (p < .001, φ = .246) en werden ze vaker doorverwezen naar gerechtelijke instanties (p = .010, φ = .163). Beschuldigingen werden tijdens de lockdown vaker aangemeld door hulplijnen, de politie en de gerechtelijke autoriteiten (p < .001, φ = .590) en er waren meer Nederlandstalige (p = .016, φ = .166) slachtoffers bij betrokken. Conclusies: Het aantal CAN-meldingen bleef tijdens de lockdown gelijk, maar het profiel ervan veranderde.

Background: It is likely that the circumstances during the COVID-19-lockdown in Belgium increased the incidence and prevalence of child abuse and neglect (CAN) due to exacerbated risk factors and new COVID-19-related stressors. However, traditional reporters had less contact with children which could lead to undetected cases of CAN.
Objective: Gain insight into the number and profile of CAN reports filed to the Brussels Confidential Center of Child Abuse and Neglect (CCCAN) during the COVID-19-lockdown.
Participants and setting: A dataset comprising 536 CAN reports from periods before (N = 442) and during the lockdown (N = 94).
Methods: Characteristics about the report, reporter, victim and his/her family, perpetrator(s) and the trajectory with the CCCAN were registered. The number and characteristics of reports during the lockdown were compared to those of reports before the lockdown.
Results: The number of advisory questions (p = .506, d = .377) and allegations (p = .095, d = 1.206) remained unchanged. During the lockdown, the risk assessment of advisory questions was higher (p = .011, d = .280), they evolved more into social exigency investigations (p < .001, φ = .246) and were referred more often to judicial authorities (p = .010, φ = .163). Allegations were filed more often by the helpline, police and judicial authorities (p < .001, φ = .590) during the lockdown and involved more Dutch-speaking (p = .016, φ = .166) victims.
Conclusions: The number of CAN reports remained the same during the lockdown but their profile changed.

Referentie

Verheyden, C., Van Dooren, E., Van Holen, F., Stroobants, T., & Vanderfaeillie, J. (2022). Child abuse and neglect in Brussels during the COVID-19-lockdown. Child Abuse & Neglect, 134, 105903–105903.

Taal

Engels

 

Publicatievorm

Tijdschriftartikel

ISBN – DOI

https://doi.org/10.1016/j.chiabu.2022.105903

Trefwoorden

Child abuse, Child neglect, Lockdown, Covid-19, Maltreatment