Children’s Actions when Experiencing Domestic Violence.

Abstract

Nederlands

In dit artikel worden de acties of de afwezigheid van acties van kinderen tijdens episodes van huiselijk geweld, onderzocht. Hiertoe onderzoekt men het discours van kinderen. De empirische data bestaan uit 29 opgenomen groepstherapiesessies, waaraan 15 kinderen tussen 12 en 15 jaar oud deelnemen, alsook 10 individuele interviews met deze kinderen, die volgden op de therapiesessies. Het gaat om kinderen die opgegroeid zijn in confrontatie met ernstig huiselijk geweld van de (stief)vader tegenover de moeder. Het betreft groepstherapiesessies georganiseerd door een centrum voor kinderen die huiselijk geweld ervaren hebben. De analyse toont dat de verhalen van kinderen twee aspecten van ‘acties’ blootleggen. Een eerste handelingsaspect heeft betrekking op de acties die gesteld werden gedurende de episodes van huiselijk geweld. Een twee handelingsaspect heeft betrekking op acties die het kind als mogelijk of wenselijk beschouwt voor de toekomst (bij toekomstig huiselijk geweld). De bevindingen worden besproken tegen het licht van de coping theorie van Lazarus en Folkman.

Engels

The aim of this article is, by analysing children’s discourses, to investigate their actions or absence of actions during a domestic violence episode. The empirical data are recorded group therapy sessions and individual interviews with children who have grown up experiencing their fathers’ violence against their mothers. The analysis shows that the children’s stories contain two aspects of actions: one related to the actions during the ongoing episode, and one the child perceives as possible/desirable for the future. The findings are discussed in the light of Lazarus and Folkman’s theory of coping.