Children’s experiences of contact with imprisoned parents: A comparison between four European countries

Abstract

In de Europese Unie wordt een groeiend aantal kinderen geconfronteerd met ouders die opgesloten zijn in de gevangenis en met de negatieve emotionele, gedragsmatige en sociale effecten daarvan. De scheiding tussen ouders en kinderen die het gevolg is van opsluiting plaatst een sterke druk op de ouder-kind relaties, waarbij kinderen gevoelens van verlating en vervreemding rapporteren en bovendien moeilijk kunnen communiceren met de gedetineerde ouder. In deze studie worden daarom de resultaten beschreven van interviews met in totaal 135 families in het VK, Duitsland, Roemenië en Zweden. Concreet werden semigestructureerde interviews afgenomen met de bedoeling de impact van ouderlijke detentie op het kind na te gaan, waarbij vragen werden gesteld over familiale relaties, fysiek en emotioneel welbevinden, school, sociale leven en betrokkenheid met maatschappelijke instellingen. In het onderzoek werden uiteindelijk zowel kinderen (n = 161), de nietgedetineerde ouder (n = 123) en de gedetineerde ouder (n = 65) bevraagd. In sommige gezinnen werden meer dan één kind geïnterviewd. Uit de resultaten bleek duidelijk dat er belangrijke verschillen zijn tussen landen op vlak van de praktische en financiële barrières die bestaan om het contact met gedetineerde ouders te onderhouden en op vlak van de geschiktheid van gevangenissen als ontmoetingsplaats. Dit bleek belangrijke gevolgen te hebben voor de emotionele gezondheid van de kinderen en de mate waarin contact met de gedetineerde ouder mogelijk was bleek een sterke invloed uit te oefenen op de kwaliteit van de ouder-kind relatie.