Auteurs

Knigge, M., & Hannover, B. (2011).  

 PDF-versie

Abstract

Deze studie uit Duitsland -waar het onderwijssysteem net als in België gebaseerd is op een seperatie model en vroege tracking- laat aan de hand van multivariate lineaire regressie zien dat de graad waarin leerlingen zitten, het academisch zelfconcept en de gepercipieerde collectieve school-identiteit (bijvoorbeeld bso kinderen vinden zichzelf dommer, minder sociaal dan aso kinderen) een effect hebben op academische motivatie. Leerlingen uit een hogere graad, met een lager academisch zelfbeeld en een hogere sociale stereotypering rapporteren een lagere academische motivatie dan leerlingen uit een lagere graad, met een hoger academisch zelfbeeld en een lagere sociale stereotypering. In de studie werd collectieve school-identiteit eerst op basis van 39 diepte interviews in kaart gebracht. In een tweede studie (n=1278) werden 4 subschalen weerhouden omtrent collectieve school-identiteit (stereotiepe prestaties, stereotiepe motivatie, sociale stereotypen en compensatie) door middel van confirmatorische factor analyse. Tussen de verschillende onderwijsvormen werden grote verschillen gevonden in collectieve school type identiteiten. Deze verschillen in school-type identiteit hebben een impact op academische motivatie naast de effecten van academisch zelf concept.

Referentie

Knigge, M., & Hannover, B. (2011). Collective school-type identity: Predicting students’ motivation beyond academic self-concept. International Journal of Psychology, 46(3), 191– 205. doi:10.1080/00207594.2010.529907

Taal

Engels

 

Publicatievorm

 Artikel in tijdschrift

Trefwoorden

Algemene cijfers, Studieprestaties, Non-cognitieve waarden en vaardigheden, secundair onderwijs, kansenongelijkheid