Conversations between children and judges in child abduction cases in Belgium and the Netherlands.

Abstract

Dit artikel onderzoekt het gehoord worden van kinderen in Belgische en Nederlandse rechtbanken in het geval van internationale kind ontvoering. Dit artikel focust op de spanningen en uitdagingen in de communicatie tussen rechters en kinderen in dergelijke zaken, die in de weg kunnen staan van effectieve implementatie van het recht van kinderen om gehoord te worden tijdens de terugkeer procedure. De eerste onderzoeksvraag is wat de juridische en institutionele uitdagingen zijn, terwijl de tweede vraag handelt omtrent de spanningen gerelateerd aan communicatie en relaties. Om deze vragen te beantwoorden, presenteert dit artikel een multidisciplinaire studie van de Belgische en Nederlandse datasets van het EWELL-project. Een analyse van interviews met 11 Belgische en zes Nederlandse jonge personen tussen 12 en 19 jaar oud, die onderhevig waren aan een internationale ontvoering door één van hun ouders, onthult hun meningen en ervaring over deze ontvoeringen. Daarnaast werden negen familierechters gevraagd naar hun ervaringen, inzichten en noden in relatie tot het horen van kinderen in internationale kind ontvoeringszaken. Resultaten van deze interview worden aangevuld met data van een analyse van nationale rechtspraak wat betreft het horen van ontvoerde kinderen in België (n=25) en Nederland (n=98). Het eerste deel van dit artikel beschouwt de gebieden van spanning op juridisch en institutioneel niveau. In het tweede deel herzien we meer uitgebreid de spanningen in relaties of communicatie ervaren door kinderen en rechters tijdens de hoorzitting. In de discussie worden enkele besluitende aanbevelingen gedaan.

This article examines the hearing of children in Belgian and Dutch courts in cases of international child abduction. This article focuses on tensions and challenges in the communication between judges and children in these cases that can stand in the way of effective implementation of the right of children to be heard during the return procedure. The first research question is what the judicial and institutional challenges are while the second question concerns tensions related to communication and relationships. In order to answer these questions, the article presents a multidisciplinary study of the Belgian and Dutch data sets from the EWELL project. An analysis of interviews with 11 Belgian and six Dutch young persons between 12 and 19 years who were subjected to an international abduction by one of their parents reveals their opinions and experiences about these abductions. In addition, nine family judges were questioned about their experiences, insights and needs in relation to the hearing of children in international child abduction cases. Findings from these interviews were supplemented with data from an analysis of national case law concerning the hearing of abducted children in Belgium (n=25) and the Netherlands (n=98). The first part of this article considers the areas of tension on a judicial and institutional level. In the second part we review the tensions in relations or communication experienced by children and judges during the hearing in court more comprehensively. Some concluding recommendations are made in the closing discussion.