Criterion distances and correlates of active transportation to school in Belgian older adolescents.

Abstract

Omdat het niveau van fysieke activiteit bij oudere adolescenten verhoogd kan worden door het stimuleren van actief transport naar school, is het belangrijk om de belangrijkste correlaties van actief transport te bepalen alvorens het ontwikkelen van interventies en dat vooral bij adolescenten waarbij de afstand naar school haalbaar is voor actief woon-school verkeer. Het doel van deze studie was het bepalen van criterium afstanden voor actief transport bij Belgische oudere adolescenten, het onderzoeken van multidimensionele correlaties van actief transport bij adolescenten die wonen op een haalbare afstand van school en het onderzoeken van associaties tussen actief transport met totale fysieke activiteit en andere fysieke activiteiten buiten actief transport. In totaal werden 1281 oudere adolescenten (17-18 jaar) uit 20 algemene secundaire scholen in Oost- en West-Vlaanderen bevraagd over hun fysieke activiteitsgedrag, demografische kenmerken en psychosociale en fysieke omgevingscorrelaties. Afstand naar school werd objectief gemeten, daarbij gebruikmakend van Routenet online route planner. In totaal gingen 58.4% van de bevraagde jongeren via actief transport naar school. De criterium afstand voor actief transport kon gezet worden op 8km voor fietsen en 2km voor wandelen. Voor de adolescenten die op een haalbare afstand van de school woonden waren gender, rookstatus, de wandelbaarheid van de buurt en sociale rolmodellen geassocieerd met de transportkeuze. Actief transport was positief geassocieerd met totale fysieke activiteit maar niet significant gerelateerd aan het aantal minuten per week dat men participeerde in andere fysieke activiteiten. De auteurs concluderen dat voor oudere adolescenten die wonen binnen de 8km van hun school, interventies die rekening houden met de correlaties die gerelateerd waren aan actief transport mogelijks effectief kunnen zijn in het faciliteren van actief transport en het verhogen van totale fysieke activiteitsniveaus. In de context van de algemene daling in fysieke activiteit tijdens de adolescentie kan er ook nood zijn aan interventies gericht op het fysieke activiteitsgedrag van adolescenten die verder weg wonen van de school, maar deze interventies zullen wellicht alternatieve strategieën benadrukken.

Background: Since physical activity levels in older adolescents have the potential to be increased by stimulating active transportation to school (ATS), the most important correlates of ATS should be determined before developing interventions, especially in those adolescents for whom the distance to school is feasible for active commuting. The main aims of this study were to determine criterion distances for ATS in Belgian older adolescents, to examine multidimensional correlates of ATS in adolescents living within a feasible distance from school and to investigate the associations of ATS with total physical activity and with other physical activities besides ATS.

Methods: In total, 1281 older adolescents (17-18 years) from 20 general secondary schools in Eastand West-Flanders completed a questionnaire on physical activity behaviors, demographic factors and psychosocial and physical environmental correlates of physical activity. Distance to school was objectively measured using Route-net online route planner.

Results: In total, 58.4% of the participants commuted actively to school. The criterion distance for ATS could be set at eight kilometers for cycling and two kilometers for walking. For those adolescents living within a feasible distance for ATS, gender, smoking status, walkability of the neighborhood and social modeling were associated with transportation mode choice. ATS was positively associated with total physical activity, but not significantly related to min/week of other physical activities.

Conclusions: For older adolescents living within eight kilometers of their school, interventions taking into account the correlates found to be related to ATS could possibly be effective to enhance ATS and to increase total physical activity levels. In the context of the overall physical activity decline in adolescence, also interventions targeting physical activity behaviors of adolescents living further away from school might be needed, but these interventions should probably emphasize alternative strategies.