De complexe en langdurige effecten van een verkeersongeval op het leven van een kind. Belevingsonderzoek bij jonge verkeersslachtoffers: een verkennende studie.
Auteurs
Lauwers, H. (2004).

Abstract
Betrokken zijn in een verkeersongeval is een ingrijpende gebeurtenis die een grote impact achterlaat, in het bijzonder voor kinderen en jongeren. De vzw ZEBRA richt zich op jonge verkeersslachtoffers en hun directe omgeving en stelt een betere opvang en begeleiding tot doel. In samenwerking met het Onderzoekscentrum Kind & Samenleving werd dit onderzoek opgericht met als onderzoeksvragen: ‘Hoe beleven jonge verkeersslachtoffers een ongeval en de nasleep ervan? En hoe geven ze deze ervaring een plaats in hun leven?’. De vzw Zebra bracht de onderzoekers in contact met een groep directe slachtoffers, kinderen die als groep betrokken waren bij een verkeersongeval. In totaal namen 16 kinderen deel aan de gesprekken, negen meisjes en zeven jongens. Op het moment van het ongeval waren de kinderen tussen 11 en 14 jaar oud. De gesprekken werden ongeveer een jaar na het ongeval afgenomen. Omwille van de gevoeligheid van het gespreksonderwerp werd gekozen voor diepte-interviews, een methode die toelaat de beleving van de bevraagde kinderen en jongeren te verkennen. De interviews werden opgebouwd rond een aantal thema’s, met name de herinneringen, gevoelens en veranderingen rond het ongeval. De gesprekken werden opgenomen en achteraf uitgeschreven. De analyse van de interviews werd gebaseerd op de Grounded Theory van Barney Glaser en Juliet Corbin. Deze theorie stelt een onderzoeksstrategie voor die erop gericht is een nieuwe theorie te formuleren door verschillende concepten met elkaar te verbinden. Het zijn met name de verhalen van de kinderen die het onderzoek sturen. De interviews werden opgedeeld in korte paragrafen, waardoor de context van de uitspraken bewaard bleef. Deze paragrafen werden samengevat en kregen vervolgens trefwoorden toegewezen. Dit belevingsonderzoek tracht aan de hand van getuigenissen een beeld te krijgen van de beleving van jonge verkeersslachtoffers. Verkeersongevallen waarin verschillende kinderen samen betrokken zijn, komen gelukkig zelden voor. Het collectief beleven van een ongeval tekent de beleving. In alle getuigenissen komt het belang van de groep voor de individuele verwerking van het ongeval naar voor. De slachtoffertjes vinden vooral steun bij elkaar, bij hun lotgenoten. Het collectief meemaken van het ongeval betekent echter niet dat er een gelijke beleving bij alle kinderen te bemerken valt. Elk kind is uniek en probeert op zijn eigen manier een plaats te geven aan het gebeuren. Bij het ene kind lukt dit al beter dan bij het andere, dit heeft te maken met verschillende factoren als persoonlijkheid of de ondersteuning in de omgeving. Deze studie leert ons dat er niet kan overgegaan worden tot een veralgemening van de feiten en de aanpak. Wanneer er begeleiding wordt aangeboden dient men in de eerste plaats te luisteren naar het verhaal van het slachtoffer en naar wat hij zelf aangeeft nodig te hebben bij zijn verwerkingsproces. Daarnaast is het belangrijk dat kinderen onmiddellijk na het ongeval herenigd worden met hun ouders of een vertrouwde persoon, ze hebben een gevoel van veiligheid en houvast nodig. De jonge slachtoffers hebben ook nood aan snelle, duidelijke en correcte informatie, ze willen serieus genomen worden.
Publicaties op basis van hetzelfde onderzoek
Onderzoeksfiche nr. e00851.pdf
Lauwers, H. & Van Gils, J. (2004). “Het zal nooit meer worden zoals vroeger”. Belevingsonderzoek bij broers en zussen van jonge verkeersslachtoffers. Onuitgegeven onderzoeksrapport. Meise: Kind en Samenleving
Referentie
Lauwers, H. (2004). De complexe en langdurige effecten van een verkeersongeval op het leven van een kind. Belevingsonderzoek bij jonge verkeersslachtoffers: een verkennende studie. Meise: Kind en Samenleving.
Taal
Nederlands
Publicatievorm
Onderzoeksrapport
Trefwoorden
Verkeersonveiligheid, Ongevallen, Welbevinden