De invloed van ouderlijke responsiviteit en opvolging op de onveiligheidsbeleving van adolescenten,

Abstract

Maatschappelijke bezorgdheden over de veiligheid van kinderen en jongeren lijken tegenwoordig steeds meer aanwezig te zijn. In het onderzoek naar het onveiligheidsgevoel, worden deze angsten geconceptualiseerd als altruïstische angst, of de angst voor de veiligheid van anderen – kinderen, partner, familie, vrienden. Hoewel kinderen en jongeren vaak worden gezien als een belangrijk object van dergelijke angsten bij ouders, is er zeer weinig geweten over de invloed van deze angstgevoelens op het onveiligheidsgevoel bij jongeren zelf. In deze bijdrage wordt op zoek gegaan naar de invloed die ouderlijke responsiviteit en ouderlijke opvolging hebben op de onveiligheidsbeleving van jongeren. Hiervoor worden de data van de JOP-monitor 2, een representatieve studie die in 2008 werd uitgevoerd gebruikt. Voor deze analyses werden de 14- tot 19-jarigen geselecteerd, met een totale omvang van 1200 respondenten. Uit de resultaten komt naar voren dat een betere emotionele band met moeder samenhangt met een hoger onveiligheidsgevoel bij Vlaamse adolescenten; de band met vader en de mate van opvolging door ouders hebben daarentegen geen significant effect. Bovendien worden er ook verschillen gevonden tussen jongens en meisjes in de mate waarin ouders hun onveiligheidsbeleving beïnvloeden: wat betreft de invloed van de relatie met moeder blijkt deze sterker te zijn bij meisjes (en bij jongens geen significant effect meer te hebben); ook blijkt er nu wel een significant effect van de relatie met vader, dat enkel bij jongens kan worden gevonden.