Dé spijbelaar bestaat niet. Een empirisch onderzoek naar types van occasionele spijbelaars in Vlaanderen.
Auteurs
Keppens, G. & B. Spruyt (2015)

Abstract
Wat
In dit artikel worden percepties van niet-spijbelende leerlingen ten aanzien van spijbelen onderzocht. Er worden twee attitudes ten aanzien van spijbelen onderzocht: (1) een afkeurende houding tegenover spijbelen en (2) de aantrekkelijkheid van spijbelen. Daarbij wordt specifieke aandacht besteed aan de relatie tussen de attitudes ten aanzien van spijbelen, sociale bindingen en de verschillende kapitaalsoorten.
Methode
De auteurs maken gebruik van een mixed-methods-design. In een eerste fase wordt gebruik gemaakt van 8 diepte-interviews met niet-spijbelende jongeren ter exploratie naar hun attitudes tegenover spijbelen. Deze kwalitatieve exploratie wordt aangevuld met een literatuurstudie. In een tweede fase wordt het draagvlak ten aanzien van de spijbelattitudes onderzocht aan de hand van een multilevel lineaire regressieanalyse. Deze analyses werden uitgevoerd op 3314 niet-spijbelende leerlingen uit de tweede en derde graad van het secundair onderwijs in Vlaanderen.
Resultaten
-Er worden twee attitudes ten aanzien van spijbelen gevonden: (1) een afkeurende houding ten aanzien van spijbelen en (2) de aantrekkelijkheid van spijbelen. -Terwijl de meerderheid van de niet-spijbelende leerlingen spijbelen afkeurt, vindt een beperkt deel spijbelen aantrekkelijk. Veel leerlingen beschouwen spijbelen als dom, een teken van luiheid, en nefast voor de toekomstkansen. – De kans om spijbelen af te keuren is niet voor iedereen gelijk. Die ongelijkheid zet zich door in het ontwikkelen van beschermingsmechanismen die jongeren er toe houden schoolconform gedrag te stellen. Naarmate jongeren affectieve banden ontwikkelen met schoolconforme anderen, stijgt de kans op een schoolconforme attitude. Zo wordt er een verband gevonden tussen het afkeuren van spijbelen, verworven cultureel kapitaal, de gehechtheid tot de school, de gehechtheid tot schoolconforme ouders, en de mate van inspraak op school. – De aantrekkingskracht van spijbelen en spijbelaars is gering. De idee dat spijbelaars bij hun niet-spijbelende klas- en schoolgenoten veel indruk wekken door hun gedrag lijkt weinig plausibel.
Referentie
Keppens, G. & B. Spruyt (2015): Short-term fun or long-term gain: a mixed methods empirical investigation into perceptions of truancy among nontruants in Flanders, Educational Studies, 41(3), 326-340.
Taal
Engels
Publicatievorm
Artikel in tijdschrift
Trefwoord(en)
Probleemgedrag