Demanet, J., Van Praag, L., & Van Houtte, M. (2020).

Abstract

Deze studie gaat na of etnische congruente in verband staat met het aantal groepsoverschrijdende vriendschappen en het aantal algemene vriendschappen dat studenten hebben. We onderzoeken verschillen tussen autochtonen, West-Europese immigranten en niet-West-Europese immigranten. Multilevel-analyses van 11.759 leerlingen verspreid over 83 Vlaamse middelbare scholen toonden aan dat, voor autochtonen en West-Europese immigranten, hogere congruentie lineair verband hield met minder groepsoverschrijdende vriendschappen. Voor niet-West-Europese immigranten namen we een relatie met een U-curve waar. Bovendien stelden we een verband vast tussen sterkere etnische congruentie en meer vriendschappen in het algemeen. Als zodanig zijn niet-West-Europese immigranten beter geïntegreerd in de groep wanneer ten minste een cruciaal aantal van jongeren van dezelfde etniciteit aanwezig is op school.

This study assesses whether ethnic congruence associates with students’ share of cross-group friendships and number of overall friendships. We investigate differences between natives, WesternEuropean immigrants, and non-Western European immigrants. Multilevel analyses on 11,759 students across 83 Flemish secondary schools demonstrated that, for natives and Western-European immigrants, higher congruence linearly related to lower shares of cross-group friendships. For nonWestern European immigrants we observed a U-curved relationship. Moreover, for the latter, higher congruence associated with more friendships overall. As such, non-Western European immigrants are better integrated in the peer group when at least a critical share of co-ethnics is present at school.