Differences in study motivation within and between genders: an examination by gender typicality among early adolescents.
Auteurs
Vantieghem, W. & Van Houtte, M. (2015).

Abstract
Ondanks het onderpresteren van jongens op school, is er in academisch onderzoek tot nog toe weinig aandacht besteed aan genderverschillen in studiemotivatie. Op basis van de zelfdeterminatie theorie en het identiteit-gebaseerde motivatie model, onderzoekt deze studie verschillen in studiemotivatie tussen jongens en meisjes, en eveneens binnen elke gender. Om deze verschillen binnen gender te onderzoeken, onderzoeken we gender en genderspecifieke interacties in een steekproef van 6,380 Vlaamse studenten, verzameld in 2012-2013. De resultaten van multilevel analyses tonen aan dat, in lijn met de educatieve genderkloof, meisjes een hoger niveau van autonome motivatie vertonen. Gender-typische jongens scoren aanzienlijk lager, hoewel zij zelf waargenomen atypische jongens en meisjes overtreffen. Voor wat betreft gecontroleerde motivatie werden geen verschillen vastgesteld tussen jongens en meisjes met eenzelfde capaciteit. Desondanks dragen hoge scores op gender typische gedragingen bij tot een hoger gevoel van gecontroleerde motivatie. De resultaten worden bediscussieerd vanuit het perspectief van het welzijn, de nood voor autonomie, en de gendergerelateerde verwachtingen van leerkrachten. Despite boys’ educational underachievement, gender differences in study motivation have received little research attention. Guided by selfdetermination theory and the identity-based motivation model, this study investigates differences in study motivation between boys and girls, as well as within each gender. To adequately consider these within-gender differences, we investigate gender and gender typicality interactions in a sample of 6,380 Flemish seventh graders collected in 2012-2013. Results from multilevel analyses show that, in line with the educational gender gap, girls display higher levels of autonomous motivation. Furthermore, gendertypical girls score highest on autonomous motivation. Gender-typical boys score considerably lower, though they outperform self-perceived atypical boys and girls. In controlled motivation, no differences are observed between boys and girls of equal ability. Nevertheless, higher scores on gender typicality contribute to a higher sense of controlled motivation. The results are discussed in light of well-being, the need for autonomy, and gendered expectations of teachers.
Referentie
Vantieghem, W. & Van Houtte, M. (2015). Differences in study motivation within and between genders: an examination by gender typicality among early adolescents. Youth & Society, 1-28.
Taal
Engels
Publicatievorm
Tijdschriftartikel