Doe je mee? Jongeren en participatie aan het verenigingsleven.

Abstract

Deze bijdrage brengt de participatie van jongeren aan het verenigingsleven in kaart. Daarbij gaat bijzondere aandacht naar de evolutie van die participatie over de leeftijd en naar een aantal bijzonder actieve vormen van participatie die op sterke betrokkenheid wijzen. Tot slot wordt het sociale profiel van de deelnemers bekeken. De bijdrage toont dat de overgrote meerderheid van de jongeren participeert aan het verenigingsleven. Slechts 6% van de Vlaamse jongeren nam nooit deel aan het verenigingsleven. Er zijn verschillen naargelang leeftijd in welke vrijetijdsbesteding het populairst zijn. Tussen de 10 en 12 jaar zijn sport- en jeugdverenigingen en het gemeentelijk jeugdwerk het populairst. Vanaf 16 jaar worden verenigingen populair waar eigen inbreng de hoofdrol speelt (fuiven en festivals organiseren of deelnemen aan het leven van jeugdhuizen). Een actievere en veeleisendere vorm van engagement zoals het deelnemen aan leerlingenraden of jeugdraden is slechts weggelegd voor een kleine proportie van de jeugd. Een verantwoordelijke functie opnemen, wordt vaker gedaan (15%). De jongeren die in een adviesraad zetelen of actief geëngageerd zijn in het jeugdwerk zijn net zoals deelnemers aan het verenigingsleven, vaker hoogopgeleid en vaker niet levensbeschouwelijk onverschillig. Dit wijst erop dat verenigingen die met jongeren werken er niet altijd in slagen jongeren uit lagere sociale lagen aan te trekken.