Dreams meeting reality? A gendered perspective on the relationship between occupational preferences in early adolescence and actual occupation in adulthood

Abstract

De beroepsvoorkeuren en –perspectieven van kinderen en adolescenten vormen al lang een interessant onderzoeksdomein. In dit artikel staan de volgende vragen centraal: ‘in welke mate voorspellen de beroepsvoorkeuren van kinderen en jongeren het effectieve beroep dat personen later zullen uitoefenen’? en ‘in welke mate bestaan er in dit verband verschillen tussen mannen en vrouwen?’. Om deze vragen te beantwoorden wordt gebruik gemaakt van de data van de Stockholm Birth Cohort Study. Dit longitudinaal onderzoek bevat alle personen geboren in 1953 die tien jaar later in Stockholm woonden. In deze studie worden officiële gegevens gekoppeld aan survey data. In 1966 werd in dit kader een schoolsurvey afgenomen op basis van drie vragenlijsten, waarin onder andere werd gepeild naar de toekomstige plannen op vlak van studie en beroepscarrière. De effectieve beroepscarrière werd vervolgens op basis van een officiële databank nagegaan in 1980, op het moment dat de respondenten 27 jaar zijn. De analyses tonen aan dat voorkeuren voor een bepaalde professionele carrière sterker waren bij diegenen die een gender-typische keuze maakten, dan bij diegenen die een gender-atypisch beroep kozen. Er bleek echter nog een ander genderverschil, in de zin dat meisjes die een mannelijk georiënteerd beroep kozen een sterkere voorkeur voor hun toekomstig beroep vertoonden in de adolescentie, dan jongens die uiteindelijk een vrouwelijk georiënteerd beroep uitoefenden. Bovendien bleek het genderverschil nog sterker te spelen bij de effectief uitgeoefende beroepen dan bij de beroepsvoorkeuren in de adolescentie, met name bij meisjes.