Een maat voor niets? Zin en onzin van een universitaire voorselectie.

Abstract

In dit onderzoek analyseert men de effecten van een algemene selectieproef aan de universiteit. De selectieproblematiek wordt besproken vanuit een economisch perspectief (managementsdenken) in confrontatie met de logica van de universitaire democratisering. In een eerste, beschrijvend deel staat de problematiek van de overgang van het secundair naar het universitair en de rol van eventuele selectiemethoden centraal. In een tweede deel wordt getracht een zicht te krijgen op de sociale en culturele factoren die de slaagkansen van de student beïnvloeden. Op basis van deze bevindingen wordt een basismodel voor verdere analyse vooropgesteld. In een derde deel wordt de test, als specifiek selectieinstrument nader beschreven en wordt het basismodel getoetst aan de slaagkansen op deze test. Nadien volgt in deel vier een gedetailleerde analyse van het effect van het gebruik van dit selectie-instrument bij de huidige studentenpopulatie. In een vijfde en laatste deel worden op basis van de conclusies van de vorige delen een aantal beleidsaanbevelingen en mogelijke alternatieven geformuleerd.

Onderzoeksfiche