Experiencing emerging adulthood in the Netherlands

Abstract

‘Emerging adulthood’ is een nieuw opkomend en steeds meer erkend concept dat verwijst naar een afzonderlijke fase in het ontwikkelingsproces doorheen de levensloop. Deze periode wordt gekenmerkt door een periode van identiteitsexploratie, een focus op het zelf, een gevoel van ‘tussen dingen inzitten’ en een leeftijd van mogelijkheden. Om de subjectieve ervaring van ‘emerging adulthood’ te meten, ontwikkelden Reifman, Arnett en Colwelle de ‘Inventory of the Dimensions of Emerging Adulthood (IDEA)’. Terwijl een aantal studies de adequate toepassing van de vijf dimensies van ‘emerging adulthood’ in de VS aantoont, suggereren resultaten van steekproeven buiten de VS het bestaan van belangrijke culturele verschillen in de wijze waarop deze levensperiode wordt ervaren.

In dit artikel wordt daarom nagegaan in welke mate ‘emerging adulthood’ is beleefd door Nederlandse jongeren en de relevantie en validiteit van de IDEA-schaal in een algemene stedelijke bevolkingssteekproef in Nederland. Meer bepaald worden de data van de eerste golf van de ‘Transitions in Amsterdam study’, een zelfrapportage instrument afgenomen in een multi-etnische steekproef van Nederlandse jongeren van 18, 19.5, en 21 jaar oud van Nederlandse, Marokkaanse en Nederlands Antiliaanse achtergrond volgens de ouderlijke geboorteplaats, woonachtig in Amsterdam in oktober 2010 op toevallige wijze geselecteerd uit het gemeentelijk register. 970 jongeren namen uiteindelijk deel aan deze bevraging.

De resultaten van de uitgevoerde analyses tonen aan dat bepaalde aspecten van de beleving van ‘emerging adulthood’ is anders voor Nederlandse jongeren in vergelijking met Amerikaanse jongeren. Daarenboven blijkt ook dat er kleine maar significante effecten zijn tussen socioeconomische en etnische groepen in Nederland op de wijze waarop deze levensfase wordt beleefd.