Explaining adolescents’ media use and differential susceptibility tot he association between media use and risk behavior: A reinforcement sensitivity perspective.
Auteurs
Vangeel, J. (2017).

Abstract
Er wordt binnen mediaonderzoek aangenomen dat verschillende mensen verschillende media selecteren en dat het kijken naar deze inhouden verschillende mensen op een verschillende manier beïnvloedt. Doorheen de jaren zijn dan ook heel wat studies uitgevoerd die getracht hebben de link tussen persoonlijkheidskenmerken en mediagebruik- en effecten onder de loep te nemen. De meeste van deze studies keken naar persoonlijkheid op een eerder beschrijvende manier of selecteerden specifieke persoonlijkheidskenmerken zoals agressiviteit en sensation seeking. In dit doctoraat werd een alternatieve kijk op persoonlijkheid gebruikt in onderzoek naar mediagebruik en media-effecten, meer bepaald de Reinforcement Sensitivity Theory. Volgens deze theorie is het belangrijk om persoonlijkheid te begrijpen door naar de werking van bepaalde hersensystemen te kijken. Deze systemen zouden namelijk een belangrijke rol spelen in hoe wij ons gedragen en dus ook in persoonlijkheid. De theorie onderscheid twee belangrijke systemen: het behavioral activation system (BAS) en het behavioral inhibition suystem (BIS). BAS is vooral gevoelig voor positieve, belonende stimuli zoals snoep. Indien zo’n stimulus gepresenteerd wordt, zal geactiveerd worden en zorgden voor gedrag in de richting van de belonende stimulus. BIS is dan weer gevoelig voor negatieve stimuli die voornamelijk geassocieerd zijn met straf zoals spinnen. Aangezien deze systemen in volle ontwikkeling zijn tijdens de adolescentie en vooral BAS op dat moment een piek vertoont, is onderzoek naar deze kenmerken bij adolescenten van groot belang. Er wordt aangenomen dat persoonlijkheid binnen media-onderzoek twee belangrijke rollen kan aannemen. Eerst en vooral kan persoonlijkheid een indicator zijn van mediagebruik. Dit betekent dat onze persoonlijkheid een rol speelt in onze keuze voor de media die we gebruiken, die genres die we leuk vinden en de programma’s die we bekijken. Aan de andere kant kan persoonlijkheid ook een bepalende rol spelen in de mate waarin de media ons al dan niet beïnvloeden. Zo kunnen bepaalde persoonlijkheidskenmerken de invloed van de media versterken, terwijl andere kenmerken deze invloed eerder verzwakken en dus een beschermende factor zijn. Binnen dit doctoraat staan deze twee rollen centraal door de concepten van de reinforcement sensitivity theorie te onderzoeken als indicator van mediagebruik en als beschermende/versterkende factor binnen onderzoek naar media-effecten. De resultaten toonden aan dat hogere scores op BAS gelinkt zijn met het kijken naar gewelddadige films en het spelen van gewelddadige games, wat in lijn lag met de vooropgestelde verwachtingen. De link tussen BAS/BIS en niet gewelddadige vormen van mediagebruik was minder duidelijk. Er werd namelijk geen link gevonden tussen deze persoonlijkheidskenmerken en het kijken naar niet-gewelddadige films. Er bleek wel positieve associatie te zijn tussen BAS en het spelen van niet-gewelddadige games en een positieve link tussen www.jeugdonderzoeksplatform.be 2 BIS en het spelen van niet-gewelddadige games. Hoewel meer onderzoek nodig is naar de link tussen deze concepten en verschillende vormen van mediagebruik, tonen de studies van dit doctoraat wel de waarde aan van de onderzochte theorie voor media-onderzoek. Zeker voor gewelddadige vormen van mediagebruik blijken BAS en BIS goede voorspellers te zijn die een nieuw licht werpen op het verklaren van welke individuen al dan niet gewelddadige media gebruiken. De vraag of BAS en BIS naast indicatoren van mediagebruik ook beschermende/versterkende factoren zijn van media-effecten werd onderzocht. Uit de psychologische en gezondheidswetenschappelijke literatuur leerden we dat BAS en BIS een sterke link vertonen met verschillende vormen van gezondheidsgerelateerde risicogedragingen zoals ongezond eten, roken en alcoholgebruik. Binnen dit doctoraat werd daarom de focus gelegd op de rol van BAS en BIS binnen enkele traditionele effecten van de media op deze gezondheidsgedragingen: de link tussen soaps en alcohol attitudes, de link tussen MTV reality shows en intenties ten aanzien van roken, dronken zijn en binge-drinken en de link tussen gamen en ongezond snackgedrag. Eerst en vooral werd verwacht dat adolescenten met hogere BAS scores gevoeliger zouden zijn voor het invloed van de media op gezondheidsgedrag aangezien zij aandachtiger zouden kunnen zijn voor boodschappen die bijvoorbeeld alcohol en roken op een positieve manier voorstellen. Ten tweede, werd verwacht dat adolescenten met hogere scores op BIS zich bewust zijn van de potentiële negatieve gevolgen van risicogedragingen en dat BIS dus beschermend zou werken voor de invloed van de media. De resultaten toonden aan dat BAS en BIS over het algemeen geen modererende rol spelen in de onderzochte verbanden. Enkel werd gevonden dat BIS een beschermende rol speelt in het verband tussen het kijken naar soaps en positievere alcohol attitudes.
Referentie
Vangeel, J. (2017). Explaining adolescents’ media use and differential susceptibility tot he association between media use and risk behavior: A reinforcement sensitivity perspective. (Onuitgegeven doctoraatsthesis). KU Leuven, Leuven.
Taal
Engels
Publicatievorm
Doctoraatsthesis