First-generation college students’ motives to start university education: An investment in self-development, one’s economic prospects or to become a role model?
Auteurs
Keppens, G., Boone, S., Consuegra, E., Laurijssen, I., Spruyt, B., & Droogenbroeck, F. V. (2023)

Abstract
In dit artikel gaan we in op de opkomende literatuur die de toegenomen inschrijvingen van studenten van de eerste generatie bestudeert, dat wil zeggen studenten uit huishoudens waar geen van de ouders een bachelor- of masterdiploma heeft behaald. Ons artikel beantwoordt twee onderzoeksvragen. Ten eerste worden gegevens van 2.338 eerstejaarsstudenten gebruikt om te onderzoeken in welke mate studenten van de eerste generatie verschillen van studenten van de voortgezette generatie wat betreft de reden waarom men zich inschrijft in het universitair onderwijs. Ten tweede, in hoeverre verklaren deze motieven verschillen in studiekeuze? Uit onze resultaten blijkt dat studenten van de eerste generatie, in vergelijking met studenten van de voortgezette generatie, het economische investeringsmotief en wat wij het sociale investeringsmotief noemen, namelijk de motivatie om een rolmodel te worden voor de eigen gemeenschap, sterker onderschrijven. Bovendien blijkt uit onze bevindingen dat de keuze voor economisch interessantere studierichtingen verband houdt met deze motieven om een universitaire opleiding te beginnen. In de conclusie bespreken we de implicaties van onze bevindingen.
In this article, we engage with the emerging literature that studies the increased enrolment of firstgeneration college students (FGCS), that is, students from households where neither parent has obtained a bachelor’s /master’s degree. Our article answers two research questions. First, data from 2,338 first-year students are used to investigate the extent to which FGCS differ from continuinggeneration college students (CGCS) concerning the reason why one enrols in university education. Second, to what degree do these motives explain differences in study choice? Our results show that FCGS, compared to CGCS, more strongly endorsed the economic investment motive and what we call the social investment motive, that is, the motivation to become a role model for one’s community. In addition, our findings reveal that the choice for more economically rewarding fields of study is related to these motives to start a university education. In the conclusion, we discuss the implications of our findings.
Referentie
Keppens, G., Boone, S., Consuegra, E., Laurijssen, I., Spruyt, B., & Droogenbroeck, F. V. (2023). First-generation college students’ motives to start university education: An investment in self-development, one’s economic prospects or to become a role model?. Young, 31(2), 142-160.
Taal
Engels
Publicatievorm
Onderwijs, immigranten, mobiliteit, sociale klasse, survey, jongeren