From trust in caregivers’ support to exploration: The role of openness to negative affect and self-regulation.

Abstract

Attachment theory assumes that trust in caregivers’ support and exploration are closely related. Little research tried to investigate this link, nor focuses on mechanisms that might explain this association. The present studies examined whether trust is related to exploration through a serial indirect effect of openness to negative affect and self-regulation. In Study 1, 212 children, aged 8-13, completed questionnaires assessing trust, openness to negative affect, self-regulation and exploration. The results showed that trust predicted exploration, but only to the extent to which openness to negative affect and self-regulation were involved too. Study 2 refined these findings (n = 59, aged 9-12) using a behavioral measure of openness to negative affect and exploration, and with mother-reported selfregulation. Replicating this serial indirect effect of openness to negative affect and self-regulation with multiple informants and methods, the present studies advance our understanding of how trust might foster exploration in preadolescence.

De hechtingstheorie gaat ervan uit dat vertrouwen in de ondersteuning en de exploratie van zorgverleners nauw met elkaar samenhangen. Weinig onderzoek heeft reeds geprobeerd deze link te onderzoeken, en focust zich ook niet op mechanismen die deze associatie zouden kunnen verklaren. De huidige studies onderzochten of vertrouwen gerelateerd is aan exploratie door een serieel indirect effect van openheid voor negatief affect en zelfregulering. In onderzoek vulden 212 kinderen van 8-13 jaar vragenlijsten in om vertrouwen, openheid voor negatief affect, zelfregulering en verkenning te beoordelen. De resultaten lieten zien dat vertrouwen exploratie voorspelde, maar alleen in de mate waarin ook openheid voor negatief affect en zelfregulering een rol speelden. Studie 2 verfijnde deze bevindingen (n = 59, 9-12 jaar) met behulp van een gedragsmaatstaf van openheid voor negatief affect en exploratie, en met door de moeder gerapporteerde zelfregulering. Door dit seriële indirecte effect van openheid voor negatief affect en zelfregulering te repliceren met meerdere informanten en methoden, vergroten de huidige studies ons begrip van hoe vertrouwen exploratie in de preadolescentie zou kunnen bevorderen.