Gelijke kansen in het onderwijs: stand van zaken PISA-onderzoek

Auteurs

Demeyer, I. (2008) 

 PDF-versie

Abstract

De verschillende cycli van het PISA-onderzoek bevestigen de goede kwaliteit van het Vlaamse onderwijs: voor alle geteste domeinen (leesvaardigheid, wiskundige geletterdheid en wetenschappelijke geletterdheid) behoren Vlaamse 15-jarigen tot de wereldtop. Keerzijde van de medaille is echter dat de kloof tussen de sterkste en de zwakste leerlingen nergens zo groot is als in Vlaanderen. Bijkomende analyses op de PISA-data tonen aan dat de zwakst scorende leerlingen vooral leerlingen zijn uit het BSO en allochtone leerlingen. Daarenboven blijkt de thuistaal in Vlaanderen een grotere invloed te hebben op leerlingprestaties dan in andere landen. Het is echter te eenvoudig om zich te verschuilen achter “de taal als basis voor kennisvergaring” voor het verklaren van de grote ongelijkheid in de Vlaamse prestaties. Allochtone leerlingen die thuis Nederlands spreken, presteren nog steeds veel lager dan hun autochtone leeftijdsgenoten. De lagere sociaal-culturele thuisachtergrond van allochtone leerlingen geeft hun een achterstand die ze in het Vlaamse onderwijs niet meer ophalen.

Referentie

Demeyer, I. (2008) Gelijke kansen in het onderwijs: stand van zaken PISAonderzoek. Tijdschrift voor Jeugd- en kinderrechten, 9, (3/4), 181-185

Taal

Nederlands

 

Publicatievorm

Tijdschriftartikel

ISSN

1377-2104

Trefwoorden

Kansenongelijkheid, Schoolloopbanen, Studieprestaties, Secundair onderwijs