Graag naar school? Jongeren en schoolbeleving

Abstract

Vanuit de notie van school als sociaal milieu – op school moet men zich naast cognitief ook persoonlijk en sociaal kunnen scholen – wordt de schoolbeleving van Vlaamse jongeren in kaart gebracht. Er wordt specifiek ingegaan op wat de auteur schoolwelbevinden (bijv. ‘over het algemeen heb ik plezier in mijn studie’ of ‘ik ben tevreden over mijn opleiding’) en contactbeleving noemt. Dat laatste slaat met name op de leerkrachten. Naast jongeren die op de middelbare school zitten worden ook studerende jongeren (aan hogeschool of universiteit) meegenomen in de analyse. Er wordt gebruik gemaakt van de JOP-monitor 1 (N=2503; 14-25 jaar). Een eerste bevinding is dat het schoolwelbevinden van zowel Vlaamse scholieren als studenten hoog is. Meisjes hebben een hoger schools welbevinden. Jongeren in het hoger onderwijs ervaren doorgaans een hoger schoolwelbevinden dan scholieren. Binnen het secundair onderwijs zien we eveneens dat jongeren op het aso/kso een hoger schoolwelbevinden hebben dan jongeren het op tso. Het (d)bso ligt hier tussen. Een jaar over moeten doen gaat gepaard met een lager schoolwelbevinden. Op de vragen over contactbeleving scoren de respondenten erg hoog: het contact met de leerkrachten wordt als zeer positief en ondersteunend ervaren, zowel bij jongere scholieren als oudere studerende jongeren. Zowel voor schoolwelbevinden als de contactbeleving geldt dus dat zij beide vrij stabiel zijn over de tijd.