Grootouders of andere familieleden en kinderopvang. Betrokkenheid, motieven, evaluatie en toekomstige bereidheid.

Abstract

Grootouders vormen actueel –nog steeds– een belangrijke pijler van het kinderopvangaanbod in Vlaanderen. Nochtans rijzen er vragen bij deze betrokkenheid. Van Kind en Gezin kreeg het HIVA de opdracht om de grootouders via een uitgebreide enquête hierover zelf aan het woord te laten. In dit onderzoeksrapport wordt stilgestaan bij de opvangsituatie, de redenen voor de opvang, de evaluatie van de opvang en de toekomstige bereidheid tot kinderopvang. De respondenten bestaan uit een 2000- tal Vlaamse grootouders, een beperkte groep allochtone grootouders en een groep andere familieleden of derden die ook zorgen voor kinderopvang. Na een inleiding worden de probleemstelling en onderzoeksmethode in hoofdstuk 1 besproken. In hoofdstuk 2 wordt een analyse van de betrokkenheid van grootouders bij kinderopvang gemaakt: wat zijn de kenmerken van deze grootouders, wat zijn de kenmerken van de opvoedingssituaties waarin ze bijspringen? In hoofdstuk 3 komen motieven voor betrokkenheid aan bod. In hoofdstuk 4 wordt een evaluatie van de kinderopvang gemaakt. Hoofdstuk 5 werpt een licht op de toekomstige betrokkenheid van grootouders. Hoofdstuk 6 is volledig toegewijd aan allochtone grootouders. In hoofdstuk 7 word de kinderopvang door andere familieleden of derden besproken. Daarna komt een algemeen besluit.

Onderzoeksfiche