Het levensverhaal van jongeren van Turkse en Marokkaanse origine met een instellingsverleden.

Abstract

Omwille van de kritieken op het rapport van Marion Van San rond allochtone jongerencriminaliteit (2001) vond toenmalig minister van Welzijn Mieke Vogels opdracht tot bijkomend onderzoek. Doel van dit onderzoek was de reconstructie van het levensverhaal van jongeren van Marokkaanse en Turkse afkomst die wegens herhaald plegen van misdrijven in instellingen zaten en van jonge mannen in de gevangenis, met een instellingsverleden. Het onderzoek vertrok vanuit een model waarin aandacht besteed wordt aan de structurele (politieke economie) en onmiddellijke (gezin, school, arbeidspositie) oorzaken van het delinquent gedrag, aan de sociale dynamica en de hierbij gemaakte morele keuzes van het delinquente handelen en aan de structurele (overheid) en onmiddellijke (lokale politie, bijzondere jeugdzorg, welzijnswerk, (jeugd)rechtbank) context van de (overheids)reactie op het delinquent handelen. In totaal werden 37 respondenten bevraagd (20 minderjarigen, 17 meerderjarigen). De gebruikte methode is die van het levensverhaal: open interviews met de respondenten op basis van een topiclijst die samengesteld is geworden na een uitgebreide literatuuranalyse. Volgende onderwerpen komen aan bod en worden verder besproken: gezin, onderwijs, religie, relatie tussen mannen en vrouwen, vrienden en vrije tijd, woonbuurt, discriminatie, uitsluiting en racisme, politiek en religie, politie, justitieel welzijnswerk en hulpverlening, de instelling en de gevangenis, daderschap en slachtofferschap, identiteit en toekomstvisie.

Onderzoeksfiche