Jeugd(-werk) en maatschappelijke participatie. Elementen voor een praktijktheorie.
Auteurs
Jans, M. & De Backer, K. (2001).

Abstract
In de snel veranderende omgeving zoals we die vandaag kennen, kan het jeugdwerk voor het stimuleren van jongerenparticipatie steeds minder terugvallen op traditionele en algemeen geldende kaders. Het delphionderzoek ‘Naar een praktijktheorie over jeugd en participatie’ was een initiatief van JeP! (jongeren en participatie) met als inzet het ontwerpen van nieuwe en aangepaste modellen inzake jeugdwerk en participatie. Op basis van de verworven inzichten presenteren Jans en De Backer een overzicht waarbij ze jongerenparticipatie benaderen vanuit vier perspectieven. Vooreerst is er het perspectief van de jongeren zelf. Welke zijn de voorwaarden die aanzetten tot participatie? Op het tweede niveau, het niveau van de concrete participatie-initiatieven, wordt er gezocht naar aangepaste werkmethoden in relatie tot specifieke omstandigheden. Als derde perspectief is er de sectorale inbedding van jongerenparticipatie in het jeugdwerk. Welke discoursen en uitdagingen gaan hier mee samen? Een laatste benadering legt de focus op de relatie tussen hedendaagse maatschappelijke denkbeelden en de concrete praktijken van jongerenparticipatie. De auteurs wijzen op verschillende spanningsvelden binnen de vier niveaus. Omgaan met deze complexiteit vereist kritischreflexieve competenties van de jeugdwerker zelf.
Referentie
Jans, M. & De Backer, K. (2001). Jeugd(werk) en maatschappelijke participatie. Elementen voor een praktijktheorie. JEP (Brussel).
Taal
Nederlands
Publicatievorm
Onderzoeksrapport
Trefwoorden
Jeugdwerk, maatschappelijke participatie, participatie, praktijktheorie