Jeugddelinquentie in vergelijkend perspectief. Vertellen micro- en macroanalyses hetzelfde verhaal?

Abstract

Dit artikel presenteert een micro- en een macroanalyse van delinquentie met als doel bij te dragen aan de discussie over het macro-microprobleem in criminologie. We gebruiken Colemans boot (1990) om de probleemstelling te situeren. Individuele theorieën domineren het veld van jeugddelinquentie, en er zijn relatief weinig theorieën op macroniveau. Crosslevel theoretische integratie vindt voornamelijk plaats tussen individu (micro) en buurt (meso), nauwelijks op (landelijk) macroniveau. Onze vraag is in hoeverre macrotheorie expliciet gebruik kan maken van concepten afgeleid uit microtheorie. We toetsen een micro- en macromodel met behulp van indicatoren uit het domein van gezin, school, vrienden en economie, met gebruik van data van de Second International Self-Report Study of Delinquency (ISRD2), een crossnationaal zelfrapportageonderzoek naar delinquentie en slachtofferschap onder scholieren tussen de 12 en 16 in 30 landen (n=71.436). De afhankelijke variabele voor de analyse op microniveau is delinquentie (variëteitsmaat), op macroniveau (landelijk) politiële contacten met jeugd onder 18. Resultaten bevestigen het belang van het meenemen van de macrocontext (in dit geval landenclusters) in de analyse van individuele delinquentiematen. We concluderen ver‐ der dat gezins- en vriendschapsfactoren op micro- en macroniveau correleren met beide maten van jeugddelinquentie, de rol van school- en economische variabelen is minder duidelijk. We besluiten ons artikel met een aanbeveling om het micro-macroprobleem in delinquentietheorie een expliciet onderdeel van onderzoeksprogramma’s te maken.