Jeugdonderzoek 2006. Een eerste portret van de opvattingen van de zestienjarige respondenten.

Abstract

In het voorjaar van 2006 werd een grootschalig jeugdonderzoek gehouden. In totaal werden daarbij 6.285 jongeren ondervraagd, 3.453 Nederlandstalige en 2.832 Franstalige jongeren. Het onderzoek schetst dan ook een representatief beeld van de houdingen en opvattingen van 16-jarigen in ons land. Het onderzoek bevat heel veel informatie, over uiteenlopende zaken als politieke kennis, politieke belangstelling, het samenleven van diverse culturen in ons land of over het engagement van jongeren. Die schat aan gegevens zal de komende maanden en jaren systematisch verder onderzocht worden, mede in samenwerking met onze partners aan de McGill University in Canada, waar een gelijkaardig onderzoek werd uitgevoerd. Op basis van deze gegevens kunnen we nu reeds stellen dat een aantal vooroordelen danig moeten worden genuanceerd. Ondanks beleidsvoornemens zoals het participatiedecreet stellen we vast dat het idee van de ‘democratische school’ niet overal leeft. Jongeren worden op school zeker wel aangemoedigd een eigen mening te ontwikkelen en te uiten maar op het vlak van de inspraakmogelijkheden kan het echter soms nog beter. Ook inzake politieke vorming merken we dat jongeren zich vaak niet kunnen herinneren welke politieke thema’s in de klas behandeld worden. Jongeren worden, allicht meer nog dan de volwassen bevolking, geconfronteerd met het samenleven van diverse culturen in ons land. Het leek ons dan ook buitengewoon boeiend na te gaan hoe zij staan ten opzichte van andere bevolkingsgroepen. De resultaten van deze bevraging zijn echter niet echt hoopgevend: jongeren blijken weinig contact te hebben (of te willen) met andere groepen, en zij koesteren vaak ook een eerder negatieve houding ten opzichte van minderheidsgroepen. Anderzijds blijkt dan weer dat jongeren niet onverschillig staan ten opzichte van de politiek. De bereidheid deel te nemen aan verkiezingen ligt bij jongeren niet lager dan bij volwassenen. Voor wat de vrije tijd betreft, ten slotte, zien we dat televisie dominant aanwezig blijft. Tegelijk gaat het hier echter ook om de allereerste internetgeneratie, die heel actief gebruik maakt van dit nieuwe medium om sociale netwerken te onderhouden.

Onderzoeksfiche