Jongeren en hun (gezins)relaties
Auteurs
Boonaert, T. & Coussée, F. (2010).

Abstract
In het hoofdstuk wordt ingegaan op jongeren en hun (gezins)relaties: de woonsituatie en de relatie die jongeren met hun ouder(s) hebben worden onderzocht, alsook de relaties die jongeren aangaan met een partner/lief. Daarbij wordt gekeken naar verschillen naargelang socio-demografische kenmerken zoals geslacht, statuut (werkend/studerend), financiële ruimte van gezinnen en leeftijd. Verschillende kwantitatieve analysetechnieken waaronder meervoudige regressieanalyse en logistische regressieanalyse worden daartoe uitgevoerd op data afkomstig van de JOP-monitor 2, een enquête afgenomen bij 12- tot 30-jarige jongeren in 2008. De resultaten tonen aan dat veel jongeren thuis wonen tot hun achttiende en vanaf dan geleidelijk aan het nest uitvliegen. Jongens en studerende jongeren blijven iets langer thuis ‘hangen’. Wat betreft de relaties met partner of lief, tonen de data aan dat jongens en jongeren met een hoger opleidingsniveau minder vlug een relatie hebben in vergelijking met meisjes en jongeren met een lager opleidingsniveau. De relatie met ouders werd in kaart gebracht via de mate waarin jongeren responsiviteit en opvolging ervaren. Meisjes en jongeren in welgestelde gezinnen geven aan meer ouderlijke opvolging te ervaren. Daarenboven ervaren meisjes hun moeder als meer responsief. De implicaties van deze bevindingen voor het debat over opvoedingsverantwoordelijkheid en opvoedingsondersteuning worden bediscussieerd.
Referentie
Boonaert, T. & Coussée, F. (2010). Jongeren en hun (gezins)relaties. In: N. Vettenburg, J. Deklerck & J. Siongers. (Red). Jongeren in cijfers en letters. Bevindingen uit de JOP-monitor 2 (pp. 31-48). Leuven: Acco.
Taal
Nederlands
Publicatievorm
Boekhoofdstuk