Jongeren, gender en geweld
Auteurs
Verdonck, E., Pleysier, S., & Put, J. (2014).

Abstract
Jongeren en geweld worden vaak in één adem genoemd. Traditioneel wordt er op basis van onderzoek uitgegaan van een gender gap, waarbij jongens manifest meer delinquentie plegen dan meisjes. In de afgelopen jaren is het aandeel meisjes en vrouwen als dader van delinquentie en geweld gestegen. Cijfers zijn belangrijk om het geweldsfenomeen te kaderen en inzicht te krijgen in de omvang en de prevalentie ervan, maar belevingsaspecten van rechtstreeks betrokkenen helpen om het fenomeen genuanceerd te kaderen en daadwerkelijke te begrijpen. In dit onderzoek wordt getracht (de verschillen in) de perceptie, attitude en ervaringen met geweld bij meisjes en jongens na te gaan. Drie onderzoeksvragen staan centraal: (1) Wat is de houding van jongeren ten aanzien van geweld en gewelddadige situaties? (2) In welke situaties en onder welke omstandigheden zijn jongeren bereid om fysiek geweld te plegen? (3) Welke genderspecifieke repertoires construeren jongeren met betrekking tot de bovenstaande vragen? Deze onderzoeksvragen werden beantwoord met behulp van een secundaire analyse van het kwalitatief materiaal dat in het kader van het een ander onderzoeksproject1 werd verzameld. De dataverzameling gebeurde door middel van focusgroepen met actieve werkvormen zoals vignetten en afbeeldingen. In 14 focusgroepen, zeven meisjesgroepen en zeven jongensgroepen, gemiddelde acht jongeren per groep, hebben in totaal 106 Vlaamse jongeren deelgenomen (50 jongens en 56 meisjes). Uit de bevindingen blijkt dat fysiek geweld wordt afgekeurd door veel jongeren, maar anderzijds in bepaalde situaties ook aanvaard wordt. Jongeren lijken ook zelf de klassieke stereotypen – meisjes als slachtoffer, jongens als daders – te reproduceren. Jongens en meisjes wenden verschillende handelingsrepertoires aan bij mogelijke confrontaties met geweld en potentiële gevaarsituaties. Meisjes laten zich vaker in met verbaal geweld dan jongens en dergelijke vormen van geweld wordt ook als ernstiger beschouwt. Ook kwam het thema onveiligheid meer ter sprake in de focusgroepen met meisjes, wat mogelijks het gevolg is van sociaal wenselijk antwoordgedrag en het feit dat meisjes meer open praten over gevoelens. Jongens willen zich in tegenstelling tot meisjes stoerder voordoen en zijn bereid om eventueel geweld te plegen om hun mannelijkheid te herstellen. Jongens die geconfronteerd worden met geweld wenden in grote lijnen drie repertoires aan: (1) bij een verbale of fysieke provocatie gericht tegen zichzelf of dierbaren, (2) vanuit zogenaamde peer pressure, en (3) als vorm van fun en tijdverdrijf (dit laatste voor zowel jongens als meisjes).
Referentie
Verdonck, E., Pleysier, S., & Put, J. (2014). Jongeren, gender en geweld. In B. Spruyt & J. Siongers (Eds.), Gender(en). Over de constructie en deconstructie van gender bij Vlaamse jongeren (pp. 297-299). Leuven: Acco
Taal
Nederlands
Publicatievorm
Boekhoofdstuk
ISBN
978-90-334-9803-9