Juvenile Delinquency and Rehabilitation. Examining the Good Lives Model
Auteurs
Serie, C.M.B. (2022)

Abstract
Juvenile justice systems in a number of Western societies oftentimes apply a rehabilitation model known as the ‘Risk Need Responsivity’ (RNR) model. Offender rehabilitation interventions based on the RNR focus heavily on eliminating empirically derived dynamic risk factors that are directly linked to delinquency and recidivism (i.e., criminogenic factors). However, a large proportion of young offenders placed in residential juvenile justice settings, are also diagnosed with psychiatric disorders (prevalence rates varying between 50% and 90%). Common diagnoses include attention deficit hyperactivity disorder (ADHD) and conduct disorder, but (comorbid) depression and anxiety disorders are prevalent as well. Additionally, having experienced childhood maltreatment or other traumas are also common. Both mental health problems and trauma have not only been related to an increased recidivism risk, but also to a decreased quality of life and well-being in adolescents, especially for those in residential settings. This poses a challenge for the juvenile justice system as it creates a tension between the need to care for and treat ‘patients’ (a welfare-focused approach) and the need to reduce risk an protect society from ‘offenders/recidivists’ (a risk-focused approach). An upcoming theoretical framework, the ‘Good Lives Model of offender rehabilitation’ (GLM), could potentially overcome this tension. The GLM suggests that effective rehabilitation interventions should adopt a dual focus: both reducing recidivism risk and enhancing the offender’s well-being, by prosocially meeting a universal set of human needs called ‘primary goods’. A focus on primary goods attainment and well-being is believed to reduce the risk of recidivism more sustainably by promising a happier and prosocial life, rather than merely a less risky one. Moreover, not only working on risk factors (determined by professionals), but also on personally motivation and (subsequently) enhance recidivism (risk) reduction. Although these ideas are promising, clear evidence for the underlying assumptions of the GLM is still lacking, especially in adolescents. Consequently, in this dissertation, we examined the underlying assumptions of the GLM about the associations between primary goods psychopathology, well-being, offending behavior, treatment motivation, and recidivism risk in adolescents from Flanders (Belgium) and the Netherlands. Taken together, our findings support the idea that adding a strengths- based approach such as the GLM to the RNR model could indeed bridge the gap between the risk- focused approach and the welfare-focused approach in juvenile justice. The findings prove initial evidence that promoting well-being can lower the recidivism risk of young offenders. Moreover, they suggest that working on ‘non–criminogenic’ factors, such as mental health problems and primary goods satisfaction, may improve juvenile offender rehabilitation.
Jeugd(straf)rechtssystemen in verschillende Westerse samenlevingen gebruiken vaak een rehabilitatiemodel dat bekend staat als het ‘Risk Need Responsivity’ (RNR) model. Rehabilitatie interventies die gebaseerd zijn op het RNR-model richten zich sterk op het verminderen van dynamische factoren die direct samenhangen met delinquentie en recidive (i.e., criminogene risicofactoren). Een groot deel van de jonge delinquenten die in residentiële instellingen wordt geplaatst, wordt echter ook gediagnosticeerd met psychiatrische stoornissen (prevalentiecijfers variëren tussen 50% en 90%). Veel voorkomende diagnoses zijn aandachtstekortstoornis (ADHD) en gedragsstoornis, maar ook (co-morbide) depressie en angststoornissen komen voor. Daarnaast is er ook vaak sprake van kindermishandeling of andere trauma’s uit het verleden. Psychische problemen en trauma zijn op hun beurt weer gerelateerd aan zowel een verhoogd recidiverisico als aan een verminderde kwaliteit van het leven en welzijn. Dit vormt een uitdaging voor het jeugd(straf)rechtssysteem, omdat het een spanning creëert tussen het behalen van ‘patiënten’ (een welzijnsgerichte benadering) en de samenleving te beschermen tegen ‘daders/recidivisten’ door risicofactoren aan te pakken (een risicogerichte benadering). Een opkomend theoretisch kader, het ‘Good Lives Model of offender rehabilitation’ (GLM), zou deze spanning mogelijk kunnen wegnemen. Het GLM suggereert namelijk dat effectieve rehabilitatie interventies een tweeledige focus moeten hebben: zowel het verminderen van het recidiverisico als het verbeteren van het welzijn van de dader, door op een prosociale manier te werken aan een universele set van menselijke behoeften, die ‘primary goods’ worden genoemd. Een focus op het bereiken van deze primaire behoeften en welzijn, zou het recidiverisico duurzamer kunnen verlagen door de belofte van een gelukkiger en prosociaal leven, in plaats van louter een minder risicovol leven. Verondersteld wordt dat wanneer men niet alleen werkt aan (door professionals bepaalde) risicofactoren, maar ook aan persoonlijk relevante behoeften en welzijn van de dader zelf, dit de behandelmotivatie kan vergroten en via die weg recidive(risico) verlaagt. Hoewel deze ideeën veelbelovend zijn, ontbreekt er empirisch bewijs voor de onderliggende assumpties van het GLM, vooral bij jongeren. Daarom onderzochten we in dit proefschrift de onderliggende assumpties van het GLM over de relaties tussen primaire behoeften, psychopathologie, welzijn, crimineel gedrag, behandelmotivatie en recidiverisico in adolescenten in Vlaanderen (België) en Nederland. Samengenomen ondersteunen onze bevindingen het idee dat het toevoegen van een sterktegerichte benadering zoals het GLM aan het RNR-model, inderdaad de kloof zou kunnen overbruggen tussen de risicogerichte benadering en de welzijnsgerichte benadering in het jeugdrecht. De resultaten bieden de eerste aanwijzingen dat het bevorderen van het welzijn ook het recidiverisico van jeugdige delinquenten kan verlagen. Bovendien suggereren de bevindingen dat het werken aan ‘niet–criminogene’ factoren, zoals psychische problemen en de tevredenheid met primaire behoeften, de rehabilitatie van jeugdige delinquenten zou kunnen verbeteren.
Referentie
Serie, C.M.B. (2022). Juvenile Delinquency and Rehabilitation. Examining the Good Lives Model. (Onuitgegeven doctoraatsthesis). KUL/Maastricht University, Leuven/Maastricht.
Taal
Engels
Publicatievorm
Doctoraatsthesis