Lesbisch ouderschap. Resultaten van een Belgische follow-up studie.
Auteurs
Brewaeys, A. (1997).

Abstract
Onder invloed van de emancipatiebewegingen in de jaren ’70 nam de maatschappelijke tolerantie tegenover homoseksualiteit toe. Zo werd bijvoorbeeld in 1981 ‘homoseksuele gerichtheid’ officieel verwijderd uit de internationale classificatie van psychiatrische ziektebeelden. En meer recent gaan in Nederland en zelfs België stemmen op om het wettelijke huwelijk open te stellen voor homoseksuele paren. Als gevolg van deze toegenomen tolerantie komen lesbische vrouwen steeds vaker openlijk uit voor hun seksuele geaardheid en wordt langzamerhand ook lesbisch ouderschap zichtbaar. Tot nu toe hadden de meeste lesbische moeders kinderen uit een vroegere heteroseksuele relatie. Tegenwoordig verkiezen zij echter meer en meer om kinderen te krijgen binnen een bestaande lesbische relatie of als alleenstaande lesbische vrouw. De grote meerderheid van deze nieuwe generatie lesbische moeders maakt voor het bekomen van een zwangerschap gebruik van donorsperma. De status van de donor kan sterk uiteenlopen. In België zijn alle donoren anoniem. In Nederland echter beschikken een aantal spermabanken over donoren wiens identiteit is geregistreerd en kan worden vrijgegeven als het (volwassen) kind hierom zou vragen. Anderzijds zoeken lesbische vrouwen steeds vaker een bekende donor binnen hun vrienden- of familiekring, precies vanuit de veronderstelling dat een aanwijsbare biologische vader nodig kan zijn voor het kind. Onder lesbische vrouwen bestaat er dus een waaier van mogelijkheden om hun leven te delen met kinderen. In deze studie volgden wij 30 lesbische paren op die via een anonieme donor kinderen kregen. Het doel was de kwaliteit van deze gezinsrelaties, de emotionele en de sekserolontwikkeling van de 4- tot 8- jarige kinderen te onderzoeken. Zij werden vergeleken met een groep van 38 heteroseksuele gezinnen die ook via donorinseminatie (DI) kinderen kregen en met een groep van heteroseksuele gezinnen die via de natuurlijke weg kinderen kregen. De onderzoeksvragen werden afgeleid van de drie belangrijkste kenmerken van deze nieuwe gezinsvormen: de afwezigheid van een vader, de homoseksuele gerichtheid van de moeders en het gebruik van een anonieme donor.
Referentie
Brewaeys, A. (1997). Lesbisch ouderschap. Resultaten van een Belgische follow-up studie. Jaarboek 98 Seksualiteit relaties geboorteregeling, 41-55.
Taal
Nederlands
Publicatievorm
Tijdschriftartikel
Trefwoorden
Donorinseminatie, gezin, holebi, lesbiennes, ouderschap, relaties