Metacognition and motivation in school-aged children with and without mathematical learning disabilities in Flanders.
Auteurs
Baten, E., & Desoete, A. (2019).

Abstract
De rol van metacognitieve postdictie nauwkeurigheid en autonome en gecontroleerde motivatie in wiskunde werd onderzocht in lagereschoolkinderen (n=208) binnen twee perspectieven, gerelateerd aan steekproefkarakteristieken. Een eerste studie werd opgezet in een bevolkingscohort. Een tweede studie werd opgezet met kinderen met en zonder een vastgestelde leerachterstand in wiskunde. Beide studies toonden een simultane relatie tussen de metacognitieve postdictie vaardigheden van kinderen en hun mathematische nauwkeurigheid en snelheid aan, leidend tot de praktische aanbeveling dat leerkrachten meer aandacht zouden moeten besteden aan de juistheid van zelfevaluatie van kinderen. Bovendien was gecontroleerde motivatie negatief gerelateerd aan de snelheid en nauwkeurigheid in studie 2. Kinderen met leerproblemen in wiskunde verschilden van leeftijdsgenoten zonder leerproblemen in wiskunde op postdictie nauwkeurigheid en autonome motivatie. Nochtans verschilden ze niet significant wat betreft gecontroleerde motivatie, suggererend dat het van belang is een onderscheid te maken tussen gecontroleerd en autonome motivatie wanneer motivatie in wiskundeonderwijs geanalyseerd wordt.
The role of metacognitive postdiction accuracy and autonomous and controlled motivation in mathematics was explored in elementary school children (n=208) within two perspectives, related to sample characteristics. A first study was set up in a population-based cohort. A second study was set up with children with and without a documented mathematical disability. Both studies revealed a concurrent relation between the metacognitive postdiction skills of children and their mathematical accuracy and speed, leading to the practical recommendation that teachers should pay attention to the accuracy of self-judgments of children. In addition, controlled motivation was negatively related to the speed and accuracy in study 2. Children with mathematical learning disabilities (MLD) differed from peers without mathematical learning disabilities on postdiction accuracy and autonomous motivation. However, they did not differ significantly on controlled motivation, suggesting the importance of differentiating between controlled and autonomous motivation when analyzing motivation in mathematics education.
Referentie
Baten, E., & Desoete, A. (2019). Metacognition and motivation in school-aged children with and without mathematical learning disabilities in Flanders. ZDMMATHEMATICS EDUCATION, 51(4), 679–689
Taal
Engels
Publicatievorm
Tijdschriftartikel
ISBN – DOI
10.1007/s11858-018-01024-6
Trefwoord(en)
Rekennauwkeurigheid; feiten winningssnelheid; metacognitieve postdictie nauwkeurigheid; zelfevaluatie; autonome motivatie; gecontroleerde motivatie; leerachterstand wiskunde