Multicultural Conflict Resolution: Development, Implementation and Assessment of a Program for Third Graders.

Abstract

WAT

Dit onderzoek tracht de effectiviteit na te gaan van een conflict resolutie training (A World of difference). Het programma werkt met kleine groepen en probeert rekening te houden met multiculturele aspecten.

METHODE

In een Katholieke school in de Verenigde Staten kregen 22 leerlingen (68% blank, 18% afroamerikaans en 14 Hispanic) tussen 7 en 9 jaar het interventie programma. De interventie duurde 6 weken en werd uitgevoerd door de leerkracht en een master level counselor. De kinderen werden opgedeeld in 3 groepen en kregen elke week 25 minuten informatie over het interventieprogramma. Na drie weken kregen ze 1 uur les over het programma. Het programma “A World of difference” is een aanpassing van een bestaand programma “creative conflict solving for kids” en tracht brainstorming, rol spelletjes, probleem oplossend gedrag, empathisch luisteren, niet bedreigende standpunten innemen te combineren met oefeningen over diversiteit en multicultiraliteit in de klas. Er werd een pretest en posttest survey afgenomen op basis van drie oefeningen:

Er werd eerst nagegaan welke woorden ze associeerden met het woord “conflict”. Het idee is dat conflict als iets negatief wordt beschouwd terwijl het programma tracht om het als iets neutraal of positief te beschouwen. In een tweede deel werden 11 items voorgelezen die beschrijven wat een peacemaker doet om conflicten op te lossen. Er waren 6 juiste en 5 foute antwoorden; Een laatste oefening ging over de vraag: “Welke dingen zorgen er voor dat een persoon anders denkt dan jou?” Het idee hier is dat de kinderen naast individuele verschillen ook sociale en culturele verschillen zouden aangeven; Er werden geen statistische analyses.

RESULTATEN

• In de pretest associeerden de studenten voornamelijk negatieve woorden met het woord conflict. Er was een “major shift” in de post-test. Het verschil in antwoorden tussen pre en post test waren “dramatically different”.

• In de tweede oefening leken de studenten in de posttest vaker juist geantwoord te hebben op de oefening “wat een peacemaker doet om conflicten op te lossen”. Geen statistische testen

• In de derde oefening gaven de meeste studenten geen antwoorden die gerelateerd waren aan culturele of sociale oorzaken op de vraag “Welke dingen zorgen er voor dat een persoon anders enkt dan jou”.