Niet in een (stem)hokje te duwen? Jongeren en politiek.

Abstract

Deze bijdrage tracht de politieke betrokkenheid van jongeren in kaart te brengen aan de hand van JOPmonitor 1. De bijdrage concludeert dat de leeftijd een belangrijke rol speelt in het verklaren van verschillen in politieke participatie. Mannen, hoogopgeleiden en wat oudere jongeren zijn eerder politiek geïnteresseerd en deze verschillen zetten zich tevens verder in het hebben van een geldige stemintentie. Onder de 18 jaar hebben jongeren beduidend minder de intentie om geldig te gaan stemmen. In navolging van Smits (2004) kan gesteld worden dat de leeftijd waarop men voor het eerst gaat stemmen, het hebben van een stemvoorkeur bij jongeren stimuleert. Na die leeftijd blijft de intentie nagenoeg op hetzelfde niveau. Vrouwen en laagopgeleiden stemmen minder geldig. Bepaalde onconventionele vormen van politiek zijn vrij populair onder jongeren. De helft van de jongeren tekent weleens een petitie of steunt een goed doel en meer dan de helft koopt weleens een product omwille van ethische principes. Laagopgeleiden en vrouwen geraken door het combineren van deze alternatieve vormen en politieke apathie alsnog in contact met politieke thema’s. Een lager opleidingsniveau blijft een erg doorslaggevend kenmerk bij de groep met weinig politieke betrokkenheid. De onconventionele vormen van politiek spelen een rol bij jongeren, maar vervangen de traditionele kanalen voor politiek engagement van jongeren niet. Zowel de abstentiehypothese als de inhibitiehypothese van Verba & Nie (1978) worden enigszins bevestigd op basis van de JOP-monitor 1. Deze bijdrage tracht de politieke betrokkenheid van jongeren in kaart te brengen aan de hand van JOPmonitor 1. De bijdrage concludeert dat de leeftijd een belangrijke rol speelt in het verklaren van verschillen in politieke participatie. Mannen, hoogopgeleiden en wat oudere jongeren zijn eerder politiek geïnteresseerd en deze verschillen zetten zich tevens verder in het hebben van een geldige stemintentie. Onder de 18 jaar hebben jongeren beduidend minder de intentie om geldig te gaan stemmen. In navolging van Smits (2004) kan gesteld worden dat de leeftijd waarop men voor het eerst gaat stemmen, het hebben van een stemvoorkeur bij jongeren stimuleert. Na die leeftijd blijft de intentie nagenoeg op hetzelfde niveau. Vrouwen en laagopgeleiden stemmen minder geldig. Bepaalde onconventionele vormen van politiek zijn vrij populair onder jongeren. De helft van de jongeren tekent weleens een petitie of steunt een goed doel en meer dan de helft koopt weleens een product omwille van ethische principes. Laagopgeleiden en vrouwen geraken door het combineren van deze alternatieve vormen en politieke apathie alsnog in contact met politieke thema’s. Een lager opleidingsniveau blijft een erg doorslaggevend kenmerk bij de groep met weinig politieke betrokkenheid. De onconventionele vormen van politiek spelen een rol bij jongeren, maar vervangen de traditionele kanalen voor politiek engagement van jongeren niet. Zowel de abstentiehypothese als de inhibitiehypothese van Verba & Nie (1978) worden enigszins bevestigd op basis van de JOP-monitor 1.