Parental Encouragement and Autonomy-granting and Adolescents’ Use of Organized and Unorganized Leisure Time.

Abstract

Onderzoek naar de rol die ouders spelen in de manier waarop jongeren hun vrije tijd doorbrengen, spitst zich doorgaans toe op de aanmoediging van de ouders waarbij een positief verband wordt verwacht tussen deze ouderlijke aanmoediging en participatie in (voordelige) georganiseerde vrije tijd. Weinig studies hebben echter onderzocht hoe dat aanmoedigen en de autonomietoekenning verbonden zijn met de manier hoe jongeren zowel hun georganiseerde als ongeorganiseerde vrije tijd besteden. Multilevel analyses op basis van data verzameld aan de hand van vragenlijsten bij zowel jongeren als ouders in Vlaanderen tonen aan dat (1) de ouderlijke autonomietoekenning over het algemeen samenhangt met lagere niveaus van ouderlijke aanmoediging, (2) jongeren met aanmoedigende ouders meer participeren in georganiseerde en ongeorganiseerde vrije tijdsactiviteiten en (3) jongeren van ouders die zowel de aanmoediging als autonomietoekenning combineren, niet meer participeren in georganiseerde en ongeorganiseerde vrije tijdsactiviteiten.

Research on parents’ role in adolescents’ leisure spending tends to focus on parental encouragement based on the assumption that it is positively associated with adolescents’ participation in (beneficial) organized leisure. Few studies have, however, investigated how parental encouragement and autonomy-granting relate to adolescents’ organized and unorganized leisure spending. Multilevel analyses of data based on a survey of adolescents and their parents in Flanders (the Dutch-speaking part of Belgium) suggest that (1) parental autonomy-granting is generally combined with lower levels of parental encouragement, (2) adolescents of encouraging parents participate more in organized and unorganized leisure activities and (3) adolescents of parents that combine encouragement with autonomy-granting do not participate more in organized and unorganized leisure activities.