Perceived group threat, perceived injustice and self-reported right-wing violence. An integrative approach to the explanation right-wing violence.

Abstract

De huidige studie tracht de individuele verschillen in zelf-gerapporteerd rechts extreem geweld te verklaren. Alhoewel veel debat bestaat rond gewelddadig extremisme, testen slechts enkele criminologische studies ideeën over de trigger-mechanismen van gewelddadig extremisme. Deze studie integreert twee verschillende kaders: een ervaren onrechtvaardigheids- en groepsbedreigingmodel en een zelfcontrole model. We testen daarnaast verschillende tussenkomende mechanismen. Om dit geïntegreerd model te testen zijn verschillende SEM-modellen uitgevoerd, om de sterkte van de directe en gemedieerde effecten van ervaren onrechtvaardigheid, autoritarisme, spanning-zoekend gedrag, gevoelens van superioriteit, Vlaams nationalisme, etnocentrisme, morele steun voor rechts extremisme en blootstelling aan racistische peers te meten op gewelddadig extremisme. De analyses zijn gebaseerd op een online survey (n = 723) bij adolescenten en jongvolwassenen in Vlaanderen, België. De resultaten tonen directe en gemedieerde effecten op gewelddadig extremisme aan van zowel ervaren onrechtvaardigheid als van zelfcontrole. Het model laat dus complexe en ingewikkelde manieren zien waarop gewelddadig extremisme kan getriggerd worden.

The present study aims at explaining individual differences in self-reported right-wing extremist violence. While violent extremism is highly debated, only a few criminological studies explicitly test ideas about triggering mechanisms of violent extremism. To this purpose, the present study integrates two different frameworks: a perceived injustice and group threat initiated model and a self-control initiated model. We investigate several intervening mechanisms. To test the integrated model, a series of SEM models were run for testing the strength of direct and mediator effects of perceived injustice, authoritarianism thrill-seeking behavior, feelings of superiority, Flemish nationalism, ethnocentrism, moral support for right-wing extremism, and exposure to racist peers on violent extremism. The analyses are based on a web survey (N = 723) among adolescents and young adults in Flanders, Belgium. Results indicate various direct and mediator effects between both perceived injustice and violent extremism, and between self-control and violent extremism. The model thus reveals the complex and intricate ways in which violent extremism can be triggered.