Preadolescents’ Stereotypical Occupational Preferences: A Matter of Competence or Culture?

Auteurs

Mastari, L., Spruyt, B., & Siongers, J. (2021)

 PDF-versie

Abstract

Een van de duidelijkste uitingen van hoe gendernormen een rol spelen, is de oververtegenwoordiging van mannen en vrouwen in genderstereotiepe beroepen. Om die reden bestudeert dit artikel stereotiepe beroepsvoorkeuren en hun relatie met gepercipieerde gender typering, gepercipieerde druk voor genderconformiteit van vrienden en ontevredenheid met gendergrenzen bij preadolescenten (N = 795) in het Nederlandstalige deel van België (Vlaanderen). Een discriminantanalyse stelt ons in staat een originele en gevoelige meting te ontwikkelen voor stereotiepe beroepsvoorkeuren. Vervolgens gebruiken we multivariate regressieanalyses om de variatie in stereotiepe beroepsvoorkeuren te bestuderen. Modellen worden afzonderlijk geschat voor jongens (n = 395) en meisjes (n = 400) en omvatten eveneens hun academisch zelfconcept, sociaaleconomische en sociaal-culturele achtergrond. De belangrijkste bevinding van deze studie geeft aan dat de stereotiepe beroepsvoorkeuren van jongens en meisjes verschillend gerelateerd zijn aan gendernormen. Daar waar de genderstereotiepe voorkeuren van jongens verband houden met hun ervaren druk tot genderconformiteit vanuit vrienden, geldt dit niet voor meisjes. Voor meisjes geven de resultaten aan dat hun stereotiepe beroepsvoorkeuren een belangrijk deel van hun gendertypische identiteit weerspiegelen. Bovendien streven meisjes die vertrouwen hebben in hun academische vaardigheden minder genderstereotiepe beroepen na. De resultaten duiden ook op de relevantie van het in acht nemen van de sociaaleconomische en sociaal-culturele achtergrondvariabelen wanneer men genderstereotiepe beroepsvoorkeuren van preadolescenten bestudeert.

One of the clearest manifestations of how gender norms come into play, is the overrepresentation of men and women in gender stereotypical occupations. Therefore, this paper studies occupational preferences and their relationship with perceived gender typicality, perceived pressure for gender conformity from friends and discontent with gender boundaries among preadolescents (N = 795) in the Dutch-speaking part of Belgium (Flanders). Discriminant analysis enables us to develop an original and sensitive measure for gendered preferences. Subsequently, we use multivariate regression analyses to study the variation in gendered occupational preferences. Models are separately estimated for boys (n = 395) and girls (n = 400) and further include their academic self-concept, socio-economic and socio-cultural background. The main finding of this study indicates that boys’ and girls’ stereotypical occupational preferences are differently related to gender norms. While boys’ gender stereotypical preferences relate to their perceived pressure for gender conformity from friends, this www.jeugdonderzoeksplatform.be 2 does not apply to girls. For girls, the results indicate that their stereotypical occupational preferences reflect an important part of their gender typical identity. Moreover, girls who feel confident about their academic capabilities aspire less gender stereotypical occupations. The results also indicate the relevance of considering socio-economic and socio-cultural background variables when studying preadolescents’ occupational preferences.

Referentie

Mastari, L., Spruyt, B., & Siongers, J. (2021). Preadolescents’ Stereotypical Occupational Preferences: A Matter of Competence or Culture? Child Indicators Research, Online First.

Taal

Engels

 

Publicatievorm

Tijdschriftartikel

ISBN – DOI

10.1007/s12187-021-09802-7

Trefwoord(en)

Preadolescentie, genderidentiteit, beroepsvoorkeuren, academisch zelfconcept, sociale achtergrond, surveyonderzoek