Shame as a consequence of the parent-child relationship.

Auteurs

Svensson, R. (2004). 

 PDF-versie

Abstract

Het doel van dit onderzoek is om de verbanden te onderzoeken tussen gender, kind-ouder relaties, schaamte en jeugddelinquentie. De studie vertrekt vanuit de sociale bindingentheorie en schuift de hypothese naar voor dat schaamte fungeert als een mechanisme waarlangs slechte ouder-kind relaties delinquent gedrag beïnvloeden. Er worden drie onderzoeksvragen centraal geplaatst: (1) zijn meisjes sterker emotioneel gebonden aan hun ouders en worden ze meer gecontrolleerd dan jongens ? (2) voelen meisjes meer schaamte in de ogen van significante anderen dan jongens ? (3) medieert schaamte het effect van de ouder-kind relatie op delinquentie ? Om een antwoord te vinden op deze vragen werden in totaal 979 14-jarige studenten uit het Zweedse schoolsysteem bevraagd. De bevindingen geven aan dat meisjes inderdaad een sterkere emotionele band met ouders rapporteren, meer gecontrolleerd worden dan jongens, en ook meer schaamte te voelen. De resultaten tonen tenslotte ook aan dat een lager gevoel van schaamte in de ogen van significante anderen een rol speelt in het effect van slechte ouder-kind relaties op delinquent gedrag, en dit zowel voor jongens als meisjes.

Referentie

Svensson, R. (2004). Shame as a consequence of the parent-child relationship. European Journal of Criminology, 1 (4), 477-504.

Taal

Engels

 

Publicatievorm

Tijdschriftartikel

Trefwoorden

Daderschap, etiologie.