Structural assimilation in young first-, second- and third-generation migrants in Flanders.
Auteurs
Verhaeghe, Floor, Bradt, L., Van Houtte, M., & Derluyn, I. (2017).

Abstract
Assimilatie theorie veronderstelt dat verschillen tussen migranten en niet-migranten verdwijnen overheen generaties. Deze studie rapporteert over een Vlaams survey onderzoek dat is uitgevoerd bij jonge eerste- (G1), tweede- (G2) en derde- (G3) generatie migranten (n= 1,587). De resultaten tonen aan dat G1 en G2 minder kansen hadden om in richtingen te zitten die voorbereiden op hoger onderwijs dan niet-migranten. Verder is het zo dat G1 en G3 migranten met een achtergrond in de oudste vijftien lidstaten van de Europese Unie (EU15) en G1 en G2 adolescenten van niet-EU15 migranten een grotere kans hadden op vertraging in het onderwijskundig traject. De drie generaties van niet-EU15 migranten hadden minder sterke verwachtingen over het vinden van een job dan nietmigranten. Hoewel socio-economische factoren bijna alle verschillen voor EU15 migranten konden verklaren was dit niet het geval voor niet-EU15 migranten. Dit leidt tot de hypothese dat zichtbare verschillen en onderscheiden namen leiden tot veronderstellingen over etnische, culturele en religieuze affiliaties die geassocieerd zijn met discriminatie.
Assimilation theory assumes that differences between migrants and non-migrants disappear over generations. We report on a Flemish survey study conducted with young first- (G1), second- (G2) and third- (G3) generation migrants (n = 1,587). The results showed that G1 and G2 had lower chances of being in educational tracks preparing for higher education than non-migrants. Further, G1 and G3 migrants with a background in the oldest fifteen members of the European Union (EU15) and G1 and G2 adolescents of non-EU15 migrants ran a higher risk of being delayed in their educational trajectories. All three generations of non-EU15 migrants had lower expectations of finding a job than non-migrants. Whereas socio-economic status could explain almost all of the differences for EU15 migrants, it could not for non-EU15 migrants. This leads to the hypothesis that visible differences and distinctive names lead to assumptions about ethnic, cultural and religious affiliations that are associated with discrimination.
Referentie
Verhaeghe, Floor, Bradt, L., Van Houtte, M., & Derluyn, I. (2017). Structural assimilation in young first-, second- and third-generation migrants in Flanders. ETHNIC AND RACIAL STUDIES, 40(15), 2728–2748.
Taal
Engels
Publicatievorm
Tijdschriftartikel
ISBN – DOI
10.1080/01419870.2016.1260750