The social origins of gender differences in anticipated feelings of guilt and shame following delinquency.

Abstract

In deze studie wordt gekeken naar verschillen tussen jongens en meisjes in hun geanticipeerde gevoelens van schuld en schaamte voor het plegen van diefstal en geweld. Meer specifiek wordt er gekeken naar de mate waarin relaties met ouders en leerkrachten, delinquente vrienden en traditionele genderopvattingen verschillende effecten hebben op de schaamte- en schuldniveaus van jongens en meisjes, en in welke mate deze variabelen genderverschillen in schuld en schaamte kunnen verklaren. Er wordt gebruik gemaakt van een steekproef van 852 adolescenten uit Genk. De bevindingen komen overeen met die van voorgaand onderzoek, namelijk dat meisjes aanzienlijk gevoeliger zijn dan jongens voor schuld en schaamte na het plegen van delinquentie. De factoren die de voorspelde schuld- en schaamtegevoelens verklaren zijn voor meisjes en jongens dezelfde wanneer het om winkeldiefstal gaat, maar verschillend bij geweld. Verschillende blootstelling aan delinquente vrienden en opvolging door ouders verklaren gedeeltelijk de invloed van gender op schuld en schaamte over winkeldiefstal. Bij jongens is een traditionele opvatting over mannelijkheid een voorspellende factor voor lagere niveaus van schuld en schaamte na het plegen van winkeldiefstal en geweld. Bij meisjes is een traditionele opvatting over vrouwelijkheid een voorspellende factor voor lagere niveaus van schuld en schaamte bij winkeldiefstal, maar niet bij geweld. Implicaties voor het begrijpen van de invloed die schaamte en schuld hebben op de sociale controle van delinquentie worden besproken.